familie foto

 

 

In het Haarlems Dagblad van 3 en 4 mei 1983 zijn twee artikelen gewijd aan mijn vader als slachtoffer van de nazi terreur.

Hieronder volgen de publicaties, geschreven door Jan de Roos, geïllustreerd met ander materiaal.

 

Zie ook het artikel van Hans Krol over mijn vader als ondernemer/uitvinder en over Jacoba van Tongeren en de verzetsgroep 2000

 

 

 

Haarlems Dagblad, 3 mei 1983.

 

Morgen herdenkt Nederland allen die in de jaren '40-45 het slachtoffer werden van de naziterreur. Een van die tallozen is de Heemsteedse ingenieur Her­mannus van Tongeren. Hij werd op 7 september 1944, een paar dagen na Dolle Dinsdag, weggevoerd van zijn vrouw en vijf kinderen. De Duitsers namen hem mee, nadat ze bij hem thuis, aan de Herfstlaan 20, bij een huiszoeking illegale lectuur en een radio-ontvan­ger hadden aangetroffen.

Herman van Tongeren wordt op die 7de septem­ber niet voor het eerst direct geconfronteerd met het Duitse terreurapparaat. Drie jaar eerder is zijn vader, een hoge ex-KNIL-militair en grootmeester van de vrijmetselaarsorde, door de Duitsers gearresteerd en op transport gezet naar Sachsenhausen, waar hij kort na aankomst is overleden.

Het loopt al tegen middernacht als Van Tongeren jr. met de Duitsers mee moet, in een geblindeerde auto. Onderweg, niet ver van het Huis met de Beelden aan de Wagenweg, wordt hij door de Duit­sers uit de hard rijdende auto gesmeten. Hij krabbelt overeind. De Duitsers zien dit, keren terug, duwen hem op zijn knieën in de berm en geven hem een long- en een nekschot. Totaal verlamd valt Herman van Tongeren achterover. Een agent vindt hem vijf uur later langs de kant van de weg en laat een ambulance komen. Zijn opname, in het Elisabeth's Gasthuis, wordt voor de Duitsers geheim gehouden. Wel wordt zijn vrouw gewaarschuwd. Zij spreekt een uur met hem in het EG. In de vroege ochtend van 9 september overlijdt Herman van Tongeren aan zijn zware verwondingen.

Waarom, bijna veertig jaar later alsnog aandacht besteed aan deze Heemstedenaar? Allereerst is er het feit dat, naar zijn nu 81-jarige zuster Charlotte onlangs meedeelde, de Duitse misdadiger Klaus Barbie direct betrokken is geweest bij de executie van Herman van Tongeren èn bij de verho­ren van Hermans vader, in 1940/1941. Een opmerke­lijke zaak: dezelfde man die in begin van de oorlog de oud-KNIL-officier op h bureau van de Amsterdamse SD onder handen nam, keerde na een verblijf van enkele jaren in Frankrijk waar zijn gruwelijke optreden hem de bijnaam "Slager van Lyon" bezorgde - naar Nederland terug en liquideerde op een herfstavond in 1944 samen met twee andere Duitsers diens zoon, Herman van Tongeren. Volgens het relaas van Charlotte van Tongeren heeft Herman, vlak voor hij in het EG bezweek aan zijn schotwonden, aan zijn vrouw verteld dat hij Barbie, die hij persoonlijk had gezien bij bezoeken aan zijn vader op het Amsterdamse SD-bureau, had herkend.

De rol van de ex-Gestapochef Barbie, die nu vastzit in Frankrijk, geeft natuur1ijk een extra di­mensie aan de liquidatie in Heemstede in de herfst van 1944. Vooralsnog is daar niet meer over te zeggen; de Haarlemse officier van justitie mr. P. M. Brilman heeft de zaak in onderzoek. Als Barbies rol kan worden bewezen, zal dat overigens naar alle waarschijnlijkheid geen echte gevolgen hebben. Hem wacht immers, zo mag worden aangenomen, in Frankrijk een langdurige gevangenisstraf wegens zijn optreden daar.

Heeft het dan wel zin nu nog stil te staan bij de figuur Herman van Tongeren? Een echte "verzets­man" was hij niet. Onder de gevallenen van de jaren 1940-1945 is Herman van Tongeren er, ook in zijn woonplaats één. De wijze waarop hij, neergeschoten

en hulpeloos achtergelaten, slachtoffer werd van de Duitse terreur, is in die laatste periode van de oorlog niet eens uniek.

Een zaak dus die alleen van historische betekenis is? Toch niet. Herman van Tongeren was in veel opzichten een zeer bijzondere man, ook al ver voor de oorlog. Hij was zijn tijd ver vooruit. En in de oorlogsjaren wordt in zijn persoon sterk gesymboli­seerd hoe het idealistische verlangen om na de bevrijding aan een betere toekomst te werken, le­vend bleef. Dwars tegen de terreur en de verdruk­king in. Hij was een van de Nederlanders die in die afschuwe1ijke jaren hoop bleven putten en zich in geeste1ijk opzicht verrijkten, zonder ooit de bevrij­ding te mogen beleven.

Zo gezien heeft het zin, wat meer over hem en zijn werk te vertellen. Het navolgende kwam tot stand na gesprekken met een van zijn medewerkers, de Haar­lemmer M. J. Bouwer, mevrouw Charlotte van Ton­geren en de twee dochters en drie zoons van Herman van Tongeren: Inge, Ellen, Ben, Paul en Herman, die ook speurden naar brieven en andere documenten.

 

_ _ _ _ _

 

Haarlems Dagblad, 3 mei 1983.

 

 

Heemsteedse ingenieur van Tongeren werd slachtoffer van Duitse terreur (1)

 

‘Ik moest meer lichamen hebben en een oneindig lang leven’

 

hermanjr2

 

Hermannus van Tongeren jr. als student, in 1923

 

 

Hermannus van Tongeren wordt op 6 oktober 1899 geboren in Kota Radja in het toenmalige Nederlands Indië. Zijn vader, die ook Hermannus heet, is daar drie jaar eerder, in 1896 na een studie aan de Koninklijke Militaire Academie in Breda, als genieofficier in dienst van het Koninklijk Nederlands Indisch Leger (KNIL) aangekomen. Van Tongeren sr. Neemt er onder meer deel aan lange, uitputtende expedities onder leiding van Van Heutz tegen de inlandse hoofdman Toekoe Oemar, die verantwoordelijk wordt gehouden voor een schietpartij onder Hollanders.

 

hermansr2

Hermannus van Tongeren sr., 1903

In 1906 krijgt Van Tongeren sr. voor twee jaar verlof. In Berlijn, Wenen en Delft volgt hij cursussen in draadloze telegrafie en betonbouw. Begin 1907 vertrekt het gezin weer naar Indië. Hermannus jr. blijft als achtjarige achter in Nederland .bij zijn grootouders die in Rotterdam een hervormd bejaardentehuis leiden. Pas in 1916 keren zijn ouders en twee zusjes, Charlotte en Jacoba, definitief naar Nederland terug. Herman jr. zit dan al enkele jaren op een HBS in de maasstad. Samen met vrienden heeft hij een zolderkamertje ingericht voor natuur- en scheikundeproeven. Zijn grootouders maken een eind aan dat geëxperimenteer als Herman en zijn medescholieren op een dag de kraan laten openstaan, waardoor de boel overstroomt.

 

Terug in Nederland (Hermans vader heeft op 40-jarige leeftijd volledig pensioen gekregen) vestigt het gezin Van Tongeren zich in Amsterdam aan de Johannes Verhulststraat. Vader verdient in de hoofdstad de kost als procuratiehouder en later mededirecteur van het bedrijf Fuchs en Rens, dat in Indië dure auto’s verkoopt.

 

hermanjr1

Hermannus van Tongeren jr., 1917

Herman jr. doet in 1917 eindexamen HBS. In september van dat jaar gaat hij in Delft aan de Technische Hogeschool studeren voor werktuigkundig ingenieur. De eerste twee jaar woont hij opnieuw bij zijn grootouders in Rotterdam. Colleges volgt hij nauwelijks. Hij vindt dat hij door zelf in de boeken te duiken veel meer kan opsteken. Hij mijdt de traditionele gezelligheidsverenigingen, maar ontplooit ontzaggelijk veel andere activiteiten.

 

De jonge student is zonder meer veelzijdig. Hij verdiept zich in de meest uiteenlopende technische onderwerpen, van de ontwikkeling van stoomketels tot aan ontwerpen van helikopters. Als student publiceert Herman van Tongeren al een verhandeling over Einsteins relativiteitstheorie. Zijn vader, die van die activiteiten niet op de hoogte is, krijgt tot zijn stomme verbazing complimenten voor de heldere uiteenzetting.

 

 Intensief houdt Herman zich bezig met theosofie, soefisme, vrijmetselarij en rozekruisers. Hij maakt ook een uitvoerige studie van de astrologie, zit in de redactie van het astrologietijdschrift Urania en trekt horoscopen om er een centje bij te verdienen. In 1925 lijdt hij een astrologiecursus in de Vrije Religieuze Tempel in Amsterdam. Hij wil een trilogie schrijven over de filosofie van de astrologie, de elementen van de praktische astrologie en de toegepaste astrologie. Van het lijvige eerste deel dat hij als titel meegeeft: “De boodschap der sterren”, zijn de gecorrigeerde drukproeven bewaard gebleven. Waarom het niet is uitgegeven, is niet bekend. Vermoedelijk wilde hij dit in eigen beheer doen, maar zag hij er van af vanwege de hoge kosten.

 

In 1923 merkt de dan 24-jarige student tot zijn eigen schrik dat hij lid is van 23 verenigingen, waaronder twee natuurwetenschappelijke verenigingen, een ethische vereniging, een vakbeweging, een debatingclub en een organisatie die zich keert tegen het gebruik van honden als trekdier. Regelmatig houdt hij voor verenigingen waar waarvan hij deel uitmaakt lezingen, maar ook organisatorisch werk schuwt hij niet. Verder schrijft hij artikelen, geeft hij bijlessen en verslindt hij boeken over tal van onderwerpen. Als student beschikt hij over een bibliotheek van duizenden boeken. Voor zichzelf heeft hij het idee, dat hij almaar tijd tekort komt. “Ik moest meer lichamen hebben en een oneindig lang leven”.

 

Uit brieven die uit zijn studententijd bewaard zijn gebleven, blijkt duidelijk dat hij zijn geestelijke ontwikkeling boven het halen van een ingenieursdiploma stelt. Hij zoekt intensief naar “de raadselen van het leven”. In een brief uit mei 1923 schrijft hij: “Ik weet nog niets, van mezelf niet en van anderen niet. Ik pijnig mij soms af om maar te weten: ‘wat de mens is, wat de wereld is wat ik ben”. Hij wil noch in zijn studietijd, noch daarna de traditionele paden bewandelen. Eind december 1923, hij is dan al zes jaar in Delft bezig, schrijft hij: “Ik geloof geen seconde, dat ik met mijn diploma in mijn zak dezelfde gewone weg op zal gaan als de anderen”.

 

helicopter1

fragment uit een brief waarin Herman

schrijft over zijn helikopter studie.

 De studie van stoomketels, locomotieven, windmotoren en helikopters beschouwt hij niet als een puur technische,

maar als een haast filosofische arbeid, waarbij het er om gaat alles zoveel mogelijk zelf te onderzoeken en te doorgronden.

Zo schrijft hij na een avond lang bezig te zijn geweest met de stoomketelstudie: “Men moet feitelijk alwetend zijn om een stoomketel te kunnen berekenen en de beste te maken in ieder speciaal geval. Mijn stoomketelstudie wordt tevens tot een soort filosofie. Ik ben bezig allerlei stellingen op te schrijven en te bewijzen, om die tegelijk met het ketelontwerp in te leveren. Dat is niet méér werk; het zijn de afvalproducten van het werk, en die hebben even goed waarde – zo niet meer – dan het hoofdproduct. Alle weten is een wezen één. Het getal regeert alle dingen.

astrologie1

In 1925 leidt Herman van Tongeren

in Amsterdam een astrologie cursus

Niets  is daarvan uitgezonderd. Alleen zijn de mensen nog niet zover, dat ze alles kunnen berekenen. En ze zullen ook nooit zover komen. Want  op datzelfde ogenblik staan ze in wetenschap met God gelijk en zouden ze zelf een wereld kunnen scheppen. (…) Ik heb vanavond bij de studie van stoomketels hetzelfde doorleefd als bij de helicoptère, de projectietoestellen enz. Ik bemerk dat waarlijk mijn werkterrein onbegrensd is”.

 

Zijn ideaal is het stichten van een geestelijk centrum, een soort Muiderkring van vakmensen op terreinen als kunst, techniek, biologie en filosofie, maar pogingen om dit in 1926 van de grond te tillen mislukken. Zijn eigen geestelijke ontwikkeling gaat echter onverminderd door. Uiteindelijk vindt Herman van Tongeren, die sterk religieus gericht is, maar niet in kerkelijke zin, zijn grootste inspiratie in de theosofie en het soefisme. Hij is ook de vrijmetselarij toegedaan, zij het minder dan zijn vader die grootmeester van de vrijmetselaars is geweest.

 

Een tijdlang ziet vader Van Tongeren met lede ogen aan dat de ingenieursstudie van zijn zoon alsmaar blijft duren. Tenslotte grijpt hij in en geeft Herman een jaar huisarrest in Amsterdam. Hij moet zich nu volledig concentreren op het examen,. Herman mag alleen tussen zeven en acht uur ’s avonds naar buiten. In oktober 1927 doet hij kandidaatsexamen, een jaar later haalt hij cum laude zijn ingenieursdiploma.

 

Zijn belangrijkste uitvinding, de stofvanger of cycloon waarmee hij later vermaard zal worden, heeft hij dan al gedaan.

 

hermansr1

Hermannus van Tongeren sr. met gezin in 1907

 

 

 

 

  

 

rts002.jpg     rts004.jpg     rts003.jpg

familie foto’s

 

 

 

 

 

Haarlems Dagblad, 4 mei 1983.

 

 

Heemsteedse ingenieur van Tongeren slachtoffer van Duitse terreur (2)

 

‘Door dit spel is de oorlog voor mij minder belangrijk geworden’

 

Herman van Tongeren kort voor de oorlog

 

Elf jaar zijn verstreken als Herman van Tongeren in 1928 met het ingenieursdiploma op zak de Technische Hogeschool te Delft verlaat. Het zijn welbestede jaren geweest, waarin hij zich intens heeft beziggehouden met de techniek, maar ook met religieuze en geestelijke zaken.

de Van Tongeren Cycloon

In de laatste fase van zijn studie heeft hij zich in opdracht van een van zijn hoogleraren toegelegd op het ontwerpen van een cycloon of stofvanger, een uitvinding waaraan zijn naam jarenlang verbonden zal blijven.

Bezorgd als hij in de jaren twintig al is om de verontreiniging van het milieu, ontwikkelt de natuurvriend en milieubeschermer Herman van Tongeren dit apparaat, waarmee vuil en andere milieuverontreinigende stoffen kunnen worden opgevangen en waarmee bovendien waardevolle stoffen, die in industrieën, olieraffinaderijen, bakkerijen, hoogovens en goudmijnen anders verloren zouden gaan, kunnen worden teruggewonnen. De “Van Tongeren Cycloon”, zoals het apparaat al spoedig wordt genoemd, blijkt een waardevol en binnen enkele jaren op grote schaal gebruikt apparaat, waarmee het stofprobleem in industriegebieden effectief kan worden bestreden. Het vangstpercentage van sommige cyclonen komt door verdere perfectionering tenslotte dicht in de buurt van honderd procent.

Het is een vinding die Herman van Tongeren niet meet loslaat. Als hij zich na zijn studie als raadgevend ingenieur vestigt, specialiseert hij zich op het gebied van vliegasbestrijding. Zo meet hij de rookgassen die de schoorstenen van de Amsterdamse stadsreiniging uitstoten. Daar worden zijn eerste stofvangers geplaatst.

In april 1930 gaat hij wonen aan de Postlaan 26 te Heemstede. Hij begint daar, met assistentie van een secretaresse, zijn bureau, dat in de jaren die volgen zal uitgroeien tot een bedrijf met tientallen medewerkers. De eerste stofproeven worden gedaan in de badkamer en in de schuur. Twee jaar later verhuist Van Tongeren, die inmiddels getrouwd is en vier kinderen heeft, naar de Johannes Verhulstlaan 32-34. In dat dubbele huis haalt hij de tussenmuren weg. Er komt een klein laboratorium in de schuur. Al snel verrijst er een proefstand aan de Kanaalweg, later aan de Industrieweg.

 

“Aerodyne, bureau voor toegepaste aerodynamica en voor natuurkundig researchwerk” gaat Van Tongerens onderneming officieel heten. Zoals de naam aangeeft, gaat het om het toepassen van de aerodynamica (stromingsleer) in de techniek. Dat gebeurt vooral langs experimentele weg, door onderzoekswerk in de proefstand, waar modellen-op-schaal van de toekomstige werkelijke constructies worden onderzocht op de daarin optredende verschijnselen. Op de experimenteel ontwikkelde of verbeterde constructies wordt octrooi aangevraagd in binnen en buitenland. Daarna worden licenties verleend aan fabrieken die de “echte” apparaten vervaardigen. De vele duizenden guldens die jaarlijks aan de proeven in het laboratorium worden uitgegeven worden bekostigd uit de exploitatie van de octrooien.

 

afbeelding van de “Van Tongeren Cycloon” in een brochure van de Amerikaanse onderneming Buell

Aerodyne houdt zich vooral bezig met de ontwikkeling van verschillende soorten droge en natte stofvangers, maar ook met de afscheiding van zwevend meegevoerde water- en oliedeeltjes uit gassen of dampen. Ook worden vonkenvangers en geluidsdempers voor scheepsdieselmotoren gemaakt. Het bureau heeft behalve een modelmakerij een uitgebreid stoflaboratorium, waar door middel van windzifters stof wordt geanalyseerd. Opdrachtgevers uit binnen- en buitenland sturen potjes stof op; na onderzoek hiervan kan worden gewerkt aan het ontwikkelen van een stofvanger die toegesneden is op een bepaalde tak van industrie. In 1940 heeft Aerodyne al dertien licentienemers, dat wil zeggen firma’s of fabrieken die door het bureau ontwikkelde constructies moge bouwen en leveren. In Nederland zijn het De Kennemer in Beverwijk en Stork in Hengelo. In het buitenland ondermeer Büttner Werke in Duitsland en Buell in de VS. Constructies van Aerodyne zijn aan het begin van de oorlog in zestien landen geoctrooieerd.

Een speciale afdeling van Aerodyne is “Docufilm”, waar proeven op foto en film worden vastgelegd. In 1935 is Docufilm al uitgegroeid tot een volwaardig filmbedrijf, dat in opdarcht van anderen bedrijfs- en industriesmalfilms met en zonder geluid vervaardigt. Docufilm beschikt over een enorme collectie films: natuurfilms, sportfilms, tekenfilms, speelfilms en films over land- en volkenkunde.

 

Het aantal medewerkers van Van Tongerens bureau neemt snel toe. Opmerkelijk in een tijd van economische crisis, waarin het bij vele andere bedrijven juist ontslagen regent. Als de oorlog uitbreekt,zijn er zo’n veertig mensen in dienst van het Heemsteedse bureau. De sfeer is er buitengewoon goed. M.J. Brouwer, die er vanaf 1937 werkte als manusje-van-alles, omschrijft Herman van Tongeren als een beminnelijk en bezielend man, die “eigenlijk de vader van één grote familie was”. Van Tongeren is een goed zakenman, die een voor die tijd zeer sociaal beleid voert. Zo kent het bureau al in de jaren dertig de vrije zaterdag.

Herman van Tongeren zelf vertoeft in toenemende mate in het buitenland. Het halve jaar reist hij de wereld rond om zijn licentienemers re bezoeken. Vier tot vijf keer per jaar moet hij naar Berlijn om zijn octrooien te verdedigen. Hij geeft er ook lezingen over zijn stofvanger. Eind ’35-begin ’36 brengt hij een bezoek aan Australië, waar zijn uitvinding onder meer wordt toegepast in de goudmijnen van Kalgoorlie. In de VS bezoekt hij grote industriesteden en ook daar houdt hij lezingen. De Amerikaanse fabrieksdirecteuren kijken vreemd op van de Hollandse ingenieur, met zijn lengte van 1,93 meter een indrukwekkende gestalte. In kniebroek geeft geeft de sportieve en non-conformistische Van Tongeren zijn gehoor tekst en uitleg geven over zijn vindingen. Weer thuis wacht er de gebruikelijke drukte op kantoor. Echte vakantie is er niet bij. De weinige vrije tijd die hij heeft, brengt hij het liefst door in de natuur. De natuurvriend aarzelt ook niet om zijn mensen naar Groenendaal te sturen om daar in alle rust te peinzen over verbeteringen aan een bepaald apparaat.

Dan breken de oorlogsjaren aan. Het Heemsteedse ingenieursbureau komt onmiddellijk in de problemen. De financliele positie verslechtert omdat er van meet af aan geen geld meer binnen komt van licentienemers in de geallieerde landen. Toch probeert Van Tongeren zijn mensen zo veel mogelijk aan de slag te houden.

De Duitsres, die weten dat Van Tongerens bureau zich behalve met stofvangers ook met het ontwikkelen van benzinebesparende apparatuur bezig houdt, geven opdrachten met gasgeneratoren voor onder meer auto’s te nemen. Herman van Tongeren zorgt ervoor, dat ze er geen echt nut van hebben en maakt inmiddels goed gebruik van de auto die de Duitsers hem hebben gegeven om proef te rijden. Hij gebruikt het vervoermiddel onder meer voor ritten naar Zeeland waar hij evacués helpt bij het vinden van onderdak. In de Betuwe haalt hij fruit, aardappelen en groenten op, die hij verdeelt onder mensen die hulp nodig hebben. Tegelijkertijd geeft hij zijn ogen onderweg goed de kost. Gegevens over wat hij ziet speelt hij door aan zijn zuster Jacoba, die de illegale groep 2000 leidt.

Af en toe verschijnen de Duitsers op het laboratorium om een opdracht te verstrekken. Herman is niet bepaald vriendelijk voor ze. Hij schroomt niet zijn afkeer van Hitler te laten blijken tegenover de Duitse bezoekers. Bouwer herinnert zich dat iemand Herman onder tafel een schop geeft om te waarschuwen dat hij zich wat moet inhouden. De ingenieur die veel reizen naar Duitsland heeft gemaakt, het land zeer goed kent en zelfs is gaan beschouwen als zijn tweede vaderland, kan niet begrijpen dat, zoals hij zelf in een brief schrijft, “dit volk door blindheid en gebrek aan zelfkennis bezig is zijn eigen ondergang te bewerken.”

Al in oktober 1940 hebben de Duitsers Hermans vader gearresteerd. Van Tongeren sr. Wordt in het Amsterdamse Huis van Bewaring aan de tand gevoeld over zijn “internationale contacten” als grootmeester van de vrijmetselaarsorde. Herman gaat zijn vader enkele keren opzoeken, in het gezelschap van zijn moeder en zijn zussen. In maart wordt Van Tongeren sr. Op transport gesteld naar Sachsenhausen, waar hij nog dezelfde maand overlijdt.

 

Herfstlaan 20, Heemstede

In tegenstelling tot zijn zuster Jacoba neemt Herman van Tongeren niet direct deel aan verzetsactiviteiten tegen de Duitsers. Wel stelt hij zijn typemachine en stencilmachine ter beschikking aan jongens van een illegale groep. Die komen bij hem thuis op zolder – de familie Van Tongeren woont sinds 1937 aan de Hefstlaan 20, in een door Herman zelf ontworpen huis met uitzicht op het bos Groenendaal – regelmatig luisteren naar radio-Oranje en de Engelse zender. Zo kunnen radioberichten worden getikt en vermenigvuldigd . Ook op de proefstand, zo weet Brouwer zich te herinneren, wordt allerlei illegaal materiaal vermenigvuldigd.

Herman werkt inmiddels een fascinerend plan uit voor na de bevrijding. Vermoedelijk eind 1943/begin 1944 stelt hij zijn medewerkers hiervan op de hoogte in een circulaire getiteld “Ontwerp of Fantasie, Plan of Luchtkasteel?” Hij schrijft daarin: “Ik heb nog nooit zulk een aardig spel gespeeld als dit. Het is zó fascinerend, dat ik bij wijze van spreken nu al een jaar lang iedere minuut poog te winnen voor dit spel en nergens anders meer interesse voor kan tonen. Zodra ik op straat loop naar huis of naar kantoor, ben ik aan dit spel bezig. Als ik op reis ben speel ik dit spel en verveel mij geen ogenblik. Als ik thuis ben begint onmiddellijk na het eten dit spel. Het is het goedkoopste spel en de interessantste liefhebberij, die ik ooit gekend heb. Het kost alleen wat papier en een potlood en een pen. Sinds ik met dit spel zo intens bezig ben, is de Tweede Wereldoorlog minder belangrijk voor mij geworden. Het deprimerende van het steeds teleurgesteld worden door de langzame vorderingen en het telkens maar weer verschuiven van de datum voor de vrede is verdwenen. Als de vrede komt, moet die mij voorbereid vinden en dan heb voorlopig nog mijn handen vol!”

een van de tientallen schetsen van de filmcolonne

Als de vrede er eenmaal is, wil Herman van Tongeren heel Europa door trekken voor het maken van reisfilms, natuurfilms, films over cultuur en leefwijze van allerlei volken. Voor het opnemen van die films ontwerpt hij een rijdende colonne, bestaande uit een trailer, een tractor, een caravan en een achtpersoons auto. Koortsachtig werkt hij aan de verwezenlijking van dit filmideaal. Hij noteert wat en hoe er gefilmd zal worden, wat het gaat kosten en hij geeft zelfs een beschrijving van een te houden filmexpeditie naar de Scandinavische landen. De deelnemers aan de filmexpedities moeten all-round mensen zijn, met bovenal liefde voor de schepping. Een hecht team, rijk aan geestelijke kennis, dat metterdaad een tijdlang optrekt met vreemde volken in verre streken. Alleen dan, zo denkt hij, kunnen films worden gemaakt die boeien en ontroeren, films waarin het schijnbaar doodgewone kleur en inhoud krijgt. In tientallen zeer gedetailleerde tekeningen en berekeningen werkt hij precies uit aan welke eisen de vervoersmiddelen moeten voldoen.

Het grote filmplan neemt als zeer concrete vormen aan, als die herfstdag van 1944 komt. ’s Middags om drie uur doen de Duitsers een inval in het huis aan de Herfstlaan. Er worden illegale pamfletten gevonden. Herman, die op dat moment op de proefstand is, krijgt een telefoontje dat hij naar huis moet komen. De Duitsers hebben intussen in zijn boekenkast een gedenkboek van de vrijmetselaarsorde gevonden met daarin een foto van zijn vader. De Duitse instanties in Amsterdam worden op de hoogte gesteld. Ze komen hem halen.

Hoeveel plannen hij nog wilde verwezenlijken toen op die negende september 1944 het einde kwam, blijkt uit “Taak 1945-1960”, een notitie die hij kort voor zijn dood maakte.

 

in zijn notitie “Taak 1945-1960” somt Van Tongeren kort voor zijn dood zijn plannen voor de naoorlogse periode op

 

TAAK: 1945 - 1960

·        Aerodyne op een bredere basis (zifters, dempers, ketels, BV)

·        Herboren Docufilm brengt expeditiefilms, wetenschappelijke films, religieuze films

·        Bouw Continental Cruiser – rijdend hoofdkwartier ­

·        The Stoa Religieus centrum

·        Regeneratie VLK, Natuurgeneeswijze, homeopathie

·        Kampeer centrum

·        Reformkeukenreformhuis

·        Reformboekhandel & Uitgeverij

 

 

 

Papa en zijn stofvangers.

 

Mijn vader deed zijn geniale uitvinding van stofvangers in 1927 toen hij nog in Delft studeerde. Hij maakte ze toepasbaar voor iedere soort industrie. In 1935 moest hij naar Australië omdat de stofvanger voor de goudindustrie het niet goed deed. Hij verbleef er een maand in Kalgoorlie  wat achter Perth ligt. Zijn reis  was één van de eerste die een directe verbinding met Australië betekende. Uit  de reisbrieven van toen las ik dat zijn financiële situatie krap was. Hij probeerde zijn uitvindingen  in het buitenland bekend te maken , patenten te verwerven en ook te verdedigen en licentienemers te krijgen die zijn uitvindingen daar gingen produceren. Hij moest steeds meer mensen aannemen om zijn modellen te laten maken en uit te proberen en de productie op te voeren en dat in de crisisjaren van de jaren dertig.

In 1935 had hij  5 medewerkers waaronder de heer Franken die de zaak ging vertegenwoordigen in de Verenigde Staten waar de firma Buell zijn uitvindingen ging produceren. Mijn vader had toen nog een uitstekende relatie met de directeur daar. Mijn vader maakte in 1938 en 1939 twee reizen met de Queen Mary  naar de VS en kwam op de tweede reis met de heer Franken terug die zijn vrouw al jaren niet gezien had.

Na de dood van mijn vader op 7 september 1944 werd door de Kennemer Machinefabriek, die mijn vaders uitvindingen in Nederland fabriceerde, een directeur voorgedragen om het kantoor voor toegepaste aerodynamica, aan de Johannes Verhulstlaan 32 en 34, te gaan leiden. Dat was de heer van der Kolk en dat was geen goede beslissing. Hij nam beslissingen die ongunstig uitvielen en de werknemers mochten hem niet. Zij  waren mijn altijd stimulerende vader gewend, die ook sociaal zijn tijd ver vooruit was met een vrije zaterdag en drie weken vakantie. Er was een  commissaris, de heer  van Eck die wel sympathiek was. De heer Noppen, de vroegere directeur van de Amsterdamse Stadsreiniging en de eerste opdrachtgever voor een stofvanger van mijn vader, was ook commissaris maar te oud.

De heren van der Kolk en van Eck gingen in 1967 naar de VS in een poging de contracten over de patenten te verlengen. De nieuwe eigenaren van Buell, Goldfield, beëindigden echter de contracten.  Van der Kolk en van Eck hoorden dat de opbrengst van één catcracker in één olieraffinaderij 6900 dollar  aan besparing opleverde ten opzichte van de tijd dat mijn vaders stofvanger voor de olie-industrie nog niet gebruikt werd. En dat was op één dag. In een jaar is dat 2.518.500 dollar ( 6900 x365 ). Verder moet ik schattingen maken die waarschijnlijk te laag zijn. Maar stel dat er  in één olieraffinaderij  8 catcracker operationeel zijn, dan wordt het bedrag  20.148.000 dollar. Stel dat er in de wereld 20 olieraffinaderijen zijn, waarschijnlijk zijn er veel meer, dan krijg je een bedrag van 400.296 000 dollar. Sinds 1967 is het olie- en benzineverbruik enorm toegenomen door de ontzaglijke toename van het auto-  en vliegverkeer zodat in die 55 jaar het bedrag nogmaals met 20 zou kunnen worden vermenigvuldigd en krijg je  8.005.920.000 dollar, dus meer dan 8 miljard dollar.   Als mijn vader dus niet zoveel patenten verkocht had met het doel om maar door te kunnen gaan  met de ontwikkeling van zijn uitvindingen en het kunnen aannemen van personeel, dan had hij ontzaglijk rijk kunnen worden. Hij had berekend dat hij na de oorlog uit de VS een 500.000 dollar zou kunnen verwachten wat ook uitkwam en waarvan een groot bedrijf achter de haven  van Heemstede  kon worden gebouwd van meer dan 20 bij 40 meter. Deze werd tezamen met de twee woonhuizen waarin het kantoor gevestigd was in 1967 verkocht en de opbrengst daarvan aan mijn moeder uitgekeerd.

 

 

 

Passage uit de brief aan mevrouw Nienhuis, gemeente Heemstede.

 

 

…..

Onlangs was ik bij een bijeenkomst voor personen die in 2020 in de gemeente Heemstede zijn komen  wonen en kreeg toen een boekje over de belangrijkste  gebeurtenissen  die  in het verleden binnen de gemeente plaats hebben gevonden.

Ik moet U eens op de hoogte stellen van  het  lot van  mijn  vader,  een  groot  uitvinder  van  een  stofvanger in 1927  toen hij  nog  een student was in Delft waar hij werktuigbouwkunde studeerde.  Hij  maakte deze uitvinding toepasbaar voor elk soort industrie en  bereikte  dat  de uitstoot  van  stoffen van fabrieken tot 98% verminderd kon worden  Helaas  werden  zijn  cyclonen niet verplicht  ingebouwd  door  de  regeringen  van vooral Europese  landen.

U  kunt als U bij Google “Herman van Tongeren,  uitvinder in  Heemstede”  intikt  een heleboel  over  hem   en  zijn  uitvindingen  en  leven  lezen. Ook als U “Herman  van  Tongeren, Kunstschilder in Heemstede” Intikt  dan kunt U  bij  mijn website  onder  het  onderwerp  “Mijn  Roots  veel  over  hem  en  ook mijn  grootvader lezen. U  kunt  van  mij  op   mijn  website www.hvantongeren.nl   veel  van  mijn  werk  zien  en meerdere  honderden  afbeeldingen  van  mijn  beste  werk  op visitekaartjes  die  ik ook toon  op  Facebook.  Op mijn website kunt ook portretten  van  hem zien  en van  het  huis  wat  hij  naar  eigen  ontwerp  liet  bouwen  aan  de  Herfstlaan  20  in  Heemstede.

Na  zijn  studie  in  Delft  kocht  mijn  vader  eerst  een  huis  in  de  Postlaan, nr. 26,  om  daar  proeven  te  doen  en in  1935  twee panden, nr. 32  en  34,  in  de  Johannes Verhulstlaan  wat  hij  als  woonhuis en  kantoor inrichtte. De proef-stand huurde  hij  aan  de overkant  van  het  water.  Deze  panden  en  de Herfstlaan 20  kon hij  kopen  toen  hij na  1935  in Nederland  en vooral  in  Duitsland  en  in  een  aantal  andere  landen  licentienemers  kreeg  die  zijn  uitvindingen  gingen  toepassen  en  daarover  royalty  betaalden.  In 1935  had  mijn vader  5  medewerkers  en ondanks  de  moeilijke  crisistijd  werd dit  aantal  tot dat  de  oorlog  aanbrak  47 medewerkers.

Vóór de oorlog  was  hij  nog  twee  keer  in  de Verenigde  Staten  geweest  waar Buell  zijn  uitvindingen fabriceerde  en  verkocht  Hij  reisde  met  de Queen  Mary  naar  de ingenieur die de zaak  bij Buell  vertegenwoordigde  en  enige  jaren zijn vrouw  niet zag.  In  1939  Keerden ze beiden  terug. Mijn  vader zou in 1940 weer naar de VS gaan  wat door de  oorlog  niet  gebeurde.  Was  het  wel  gebeurd  dan  was  zijn  leven  en  dat  van  onze  hele  familie  totaal  anders  verlopen. Door  de terug  winning  van  olie  in  catcracker-installaties  in  olieraffinaderijen   bespaarden  oliemaatschappijen  7000  dollar  per  dag  in 1967. Dat  is 2.555.000 dollar  in  een  jaar.  Er zijn  er  een  aantal  in  één  olieraffinaderij ei  en  in de hele  wereld  een flink  aantal  olieraffinaderijen,  dus  de  winsten  door  mijn  vaders  uitvinding  alleen  al  op dit  gebied  waren  kolossaal.

Mijn  vader  was goed bevriend  met  de directeur  van  Buell  maar  alles  veranderde  toen  Buell  over  genomen  werd  door GOLD  FIELDS  .Die  maatschappij  veranderde  de  naam van  de van  Tongeren Buell  Cycloon  uiteindelijk zo  dat  mijn vaders  naam  er  niet  meer  in voor  kwam  en  ze stichtten  in  Engeland  een  dochteronderneming die niets  meer  aan  royalty   aan  de  zaak in  Heemstede  uitkeerde. Procederen  tegen  zo’n  machtige  maatschappij  zou  jaren  duren  en zo  onmogelijk.

Het  kantoor  werd  ook  na  de oorlog  geleid  door  een  directeur  die  alleen  op  eigen  gewin  en  macht  uit  was  en  zaken  uit  probeerde  waar  geen  toekomst  in  zat. Het  personeel  mocht  hem  ook  niet  en  hij  procedeerde  ook nog  jaren  lang  tegen  mijn  moeder  na  de  dood  van  mijn  vader.  Mijn  vader  werd  op 7  september  1944  dodelijk  gewond  door Klaus  Barbie,  de slachter  van Lyon,  een  zeldzaam  wrede  nazi  die  mijn  grootvader, de grootmeester  van  de Nederlandse  Vrijmetselaren,  al  naar  een concentratiekamp  gestuurd  had  waar  hij  overleed.  Mijn  vader  had  in  de oorlog  het  verzet  geholpen  door  de berichten  uit  Londen  die de BBC  iedere  avond  om 8  uur  uitzond  te  vermenigvuldigen  voor  de verzetsbeweging. Die pakketten  werden  steeds  bij  ons thuis  opgehaald  en  toen  de Duitsers  op 7  september  ons huis  vorderden net  voor  die berichten  opgehaald  zouden  worden vonden  die  stapels  en  de radio  en  een  foto  van  mijn  grootvader.  Mijn vader  had  ook  zijn  zuster, leidster een grote  verzetsbeweging  de  stichting  2000,  steeds  geholpen. Maar dit  alles  is  op  mijn  website  al  te  vinden.

Ik moet  nog  even  vermelden  dat  toen  de SD  naar  het  hoofdkantoor  in  Amsterdam  belden  over  wat  ze  in  ons  huis  gevonden  hadden,  daar  Barbie  was  die  op 1  september  toen  de Amerikanen  Lyon  bevrijdden  weg  vluchtte  via  Amsterdam  om  daar  allerlei  materiaal  te  verbranden  wat  na  de oorlog  tegen  hem  gebruikt  kon  worden. Dat  hij naar  Zuid Amerika  kon  ontsnappen  om  daar totalitaire  regimes  te  leren  hoe  te  martelen  om mensen  tot  bekentenissen  te  dwingen  is  een  groot  schandaal.  Ik hoop dat U  mijn vaders geschiedenis  zult  lezen  en  begrijpt  wat  deze  inwoner  van  Heemstede  voor  de wereld  betekent  heeft  U zult  wel  weten  wat  fijnstof  in  de  hele  wereld  aan  doden  kost, onder andere in China  en  India. Daar  is  de naam van  Tongeren   nu  ook bekend,  93  jaar  na  zijn  uitvinding  van  de stofvanger in 1927.

…..

 

 

 

 

 

 

Mijn herinneringen aan de tragische dood van mijn vader op 7 / 8 september 1944 in Haarlem.

 

Het was in de dagen van operatie Market Garden en Dolle Dinsdag 1944, dat mijn vader werd gedood door Klaus Barbie, “het beest” ofwel “de slachter van Lyon” genoemd, een ongelofelijk wrede nazi.

Mijn vader was een idealistische uitvinder op milieu gebied die op 27 jarige leeftijd een stofvanger of cycloon uitvond waarmee hij 98½ procent van alle stoffen, die anders in de omgeving van fabrieken het land vervuilden, kon opvangen.

Hij maakte zijn uitvinding toepasbaar voor elke soort industrie inclusief de olie-industrie.

Als zijn uitvindingen toen overal verplicht waren geïnstalleerd dan was het milieu op de aarde nu oneindig veel beter geweest.

In de olie industrie scheelde dit vele honderden miljarden dollars aan cat crackers in raffinaderijen.

Klaus  Barbie had in 1940 en 1941 vanuit Amsterdam vele duizenden joden, vrijmetselaars en verzetslieden naar concentratiekampen gestuurd.

Mijn grootvader was grootmeester van de Nederlandse Vrijmetselaars Loge en was generaal.

In Duitsland was het hoofd van vrijmetselaars onthoofd en mijn grootvader wist wat hem te wachten stond als hij niet vluchtte.

Maar hij zei dat hij de goede tijden als leider had meegemaakt en dat hij in een duistere tijd ook, zo lang dat mogelijk was, op zijn post wilde blijven.

Hij leerde zijn dochter Jacoba een code die zij later, toen zij hoofd werd van een grote kerkelijke verzetsbeweging, de  “Stichting 2000”, gebruikte.

Die code werd nooit door de Duitsers gekraakt.

Zij zorgde voor onderduikadressen, voedselbonnen en eten.

Enige studenten benaderden mijn grootvader met het verzoek of hij hen wilde helpen met het opzetten van de eerste Nederlandse verzetskrant.

Hij gaf ze goede raadgevingen en geld en raadde ze ook aan heel  voorzichtig te zijn.

De vrijmetselaars hielpen het verzet met 600.000 gulden.

Mijn grootvader werd gearresteerd en bleef een half jaar in de gevangenis aan de Weteringschans in Amsterdam.

Mijn vader, zijn vrouw en Jacoba bezochten hem daar en ontmoetten dan Barbie en andere hogere Sicherheits-mensen.

Barbie probeerde een foto te vinden van een bijeenkomst van de  leider van de Engelse vrijmetselaarsloge, de koning en mijn grootvader als leider van de Nederlandse loge.

De Engelsen waren immers de vijanden van de nazi’s.

Mijn grootvader werd in maart 1941 naar het concentratiekamp Sachsenhausen-Oraniënburg gestuurd in een open vrachtwagen.

Hij had een nierziekte waar ze hem de medicijnen voor onthielden waardoor hij stierf op 21-3-1941.

De namen van kinderen van mensen die naar de concentratiekampen werden gestuurd werden altijd genoteerd als zijnde hen vijandig gezind.

Mijn vader had  direct al bij het begin van de oorlog zijn onderzoekingen, waar de Duitsers in hun oorlogvoering voordeel van zouden hebben, gestaakt.

Zo ook die voor benzineverstuivers waar op benzine bespaard kon worden.

Waarschijnlijk door het in één keer verkopen van alle patenten aan de olie industrie kon mijn vader zijn proefnemingen enorm intensiveren.

In 1935 had hij 5 medewerkers en zelfs in de moeilijke crisisjaren kon hij zijn personeel uitbreiden tot 45 mensen op het moment dat de oorlog begon.

Mijn vader had altijd zijn zuster geholpen in haar verzetswerk en luisterde iedere avond om 8 uur naar de BBC en vermenigvuldigde die berichten op zijn kantoor waarna ze verspreid werden door de ondergrondse.

Op 7 september 1944 stopte een auto met 3 SS-ers voor ons huis, Herfstlaan 20 in Heemstede.

De Duitsers confisqueerden een aantal huizen van de Herfstlaan voor officieren.

Toen ze aanbelden en er open gedaan werd zagen ze bundels met de berichten van de BBC die vlak daarna opgehaald zouden worden.

Ze doorzochten het huis en vonden de radio en het portret van mijn grootvader.

Mijn moeder moest terwijl die nazi’s er bij stonden mijn vader bellen die op zijn kantoor was.

Hij moest direct naar huis komen.

Ik ben hem tegemoet gefietst.

Hij zag me en stapte af.

Dat was bij het Wipperplein in Heemstede.

Ik vertelde hem hoe de situatie thuis was en dat mijn moeder vreselijk nerveus en angstig was.

Mijn vader wist natuurlijk dat de situatie hopeloos was.

Wat kon ik als jochie van 11 zeggen?

Hij was groot en zoveel verstandiger dan ik, maar nu in een hopeloze situatie.

En dat terwijl de bevrijding zo dicht bij leek, een bevrijding waar hij zo enorm naar had uitgezien.

Mijn vader wist dat de zaak met 45 man zonder leiding niet kon door gaan.

Hij had kunnen vluchten met iemand van de ondergrondse die net op het kantoor was maar was bang wat de Duitsers mijn moeder zouden aandoen en dat ze haar zouden dwingen namen te noemen van de mensen die de stapels berichten zouden komen ophalen.

Ik schrijf hier wat ik denk wat hij gedacht moet hebben.

Hij zei dat hij naar de achterburen zou gaan om daar te bekijken wat hij moest doen. Dit is het meest emotionele moment in mijn leven geweest.

Toen ik Riet, mijn echtgenote, jaren geleden voorlas wat ik toen over die laatste ontmoeting met mijn vader gevoeld heb moest ik erg huilen, iets wat ik nooit doe.

Ik zal het nooit vergeten en er altijd met pijn in mijn hart aan terug denken.

De Duitsers hadden al geschreeuwd  “Hier staat de kogel  op”.

Een dochter van de buurvrouw kwam mijn vader zeggen hoe de toestand was en mijn vader heeft zich toen maar gemeld.

Barbie, die in Amsterdam was waarschijnlijk om allerlei belastende stukken te verbranden uit de tijd toen hij daar zat, was opgebeld en kwam direct.

Barbie moest Lyon ontvluchten toen de Amerikanen die stad innamen.

Ik zeg dat hier omdat de Niod dat feit niet eens wisten toen ze zich af vroegen of Barbie wel in Amsterdam was op dat moment.

Hij kwam direct met twee andere beruchte nazi’s.

We mochten nog één keer samen eten onder toezicht van een foute agent met een pistool vlak bij.

Toen Barbie kwam werd mijn vader meegenomen naar zijn werkkamer en daar ondervraagd.

Dat duurde tot ongeveer half twaalf, denk ik.

Wij zaten in een andere kamer op de eerste verdieping.

Toen mijn vader door de drie nazi’s meegenomen werd, is hem gezegd dat hij zijn toiletspullen niet nodig had.

Hij werd bij het “Huis met de Beelden” bij Den Hout uit de auto gegooid en door zijn  keel  geschoten.

Barbie wist precies hoe je iemand voor zijn leven kon verlammen.

Toen de moffen weg reden en zagen dat mijn vader nog bewoog kwamen ze terug en schoten ze nog een keer.

Mijn vader lag die nacht, terwijl de ergste storm van die eeuw tot dat moment woedde zoals ik later in een krantenbericht las, daar tot ongeveer 5 uur in de morgen toen een agent hem vond en hij later naar het Elisabeths Gasthuis in Haarlem gebracht werd.

Riet hoorde later van een andere verpleegster dat het moment waarop mijn vader het ziekenhuis werd binnengebracht zeer ontroerend voor haar geweest was.

Mijn vader kon mijn moeder en iemand van het kantoor nog zeggen wie de daders waren en overleed  later die morgen.

Barbie kon ontvluchten, geholpen door de Amerikanen en werd in Zuid-Amerika bij totalitaire regimes een voorlichter in hoe je moest martelen.

Ik zag een keer hoe hij dat deed en ook hoe hij Jean Moulin, een bekende franse verzetsman, met een pook in zijn gezicht sloeg.

Hoe het die avond met mijn vader gegaan is zal ik nooit weten.

Zeker is dat Barbie uit mijn vader nooit een naam van iemand van het verzet zal hebben kunnen krijgen.

Het is goed dat ze mijn moeder niet op hun manier hebben ondervraagd.

Barbie is later ontvoerd door, naar mijn weten, de geheime dienst van Israël en er volgde een proces in Frankrijk .

Ons huis aan de Herfstlaan 20 in Heemstede was door mijn vader ontworpen en in 1937 gebouwd.

We hadden uitzicht op een weiland met een boomgroep in het midden en daar achter een vaart en het bos Groenendaal.

Links is de begraafplaats waar mijn vader begraven is.

Op zijn grafsteen is een tekst aangebracht waar in gezegd wordt dat de dood een bevrijding zou zijn uit de gevangenschap.

Mijn vader heeft, in zijn veel te korte leven, met zijn uitvinding van stofvangers of cyclonen in 1927 voor de verbetering van het milieu op aarde enorm veel gepresteerd en dat in de moeilijke crisisjaren en de oorlogsjaren waarin hij uit de geallieerde landen geen inkomsten had.

Hij had nog veel plannen voor na de oorlog waarin hij natuurfilms had willen maken op echte expedities zoals David Attenborough dat nu doet. Hij wilde dat combineren met het bezoeken van zijn licentienemers die hij in vele landen had.

Hij had ons dan zelf willen onderwijzen wat voor mij oneindig veel beter geweest zou zijn want van alle vakken van de middelbare school heb ik eigenlijk alleen wat gehad aan de talen engels, frans en duits.

Ik las heel veel boeken over alles wat me interesseerde.

Eigenlijk heb ik 3 ½ jaar verloren aan vakken zoals wiskunde, meetkunde, scheikunde, stereometrie, boekhouden, staatsinrichting en nog andere vakken.

Op de kunstacademies heb ik totaal niets geleerd en weer kostte het me een 3½ jaar.

Mijn vader moest bij zijn studie werktuigbouwkunde in Delft ook de meest krankzinnige zaken leren en hij hechtte helemaal niet aan het halen van diploma’s waar mijn voogd en mijn moeder zo’n belang aan hechtten dat ik ze haalde.

Ik had enorm veel van mijn vader kunnen leren daar hij zoveel wist van astrologie, theosofie, soefisme, de rozenkruisers en de verbanden tussen alles wat God geschapen heeft.

Ik wil met dit alles zeggen dat papa vele idealen had waar mee hij was door gegaan ze te verwerkelijken als hij in leven was gebleven en dit zeg ik naar aanleiding van hetgeen op zijn grafsteen stond.

 

 

Bron: archief Volkskrant.

 

= = = start archief artikel = = =

Sinds 1910 stormde het op 58 dagen heel zwaar

De zware storm die donderdag over het land trok, was niet uitzonderlijk. Sinds het KNMI in 1910 windsnelheden is gaan registreren zijn er 58 dagen geweest waarop ergens in Nederland minimaal gedurende een uur een zware storm stond met een gemiddelde windkracht 10....

Van onze verslaggever, 19 januari 2007, 2:46

Wel uitzonderlijk was de duur van de storm en de hoeveelheid regen die ermee gepaard ging. Het was voor het eerst sinds 27 oktober 2002 dat Nederland werd getroffen door zo’n zware storm.

Dat betekent dat Nederland een relatief rustige periode achter de rug heeft. Voorspellingen en beschouwingen over de opwarming van de aarde doen geen uitspraken over een toe- of afname van het aantal stormen in Nederland, noch over de zwaarte ervan.

De storm van gisteren had naar schatting een maximaal uurgemiddelde van 100 kilometer per uur. Daarmee belandt hij ergens in de middenmoot op de lijst van zware stormen van de afgelopen honderd jaar.

Het record is in handen van het KNMI-meetstation in Vlissingen, waar op 7 september 1944, gemiddeld over een uur, een windsnelheid van 122 kilometer per uur werd gemeten, ofwel windkracht 12. De andere stormen in de top tien hielden die orkaankracht nooit een uur lang vol.

De zwaarste windstoot op de recorddag bedroeg 176 kilometer per uur, maar dat is een schatting. De sterkste, officieel gemeten, windstoot staat op 162 kilometer per uur. Hij is van 6 november 1921 en staat op naam van het station Hoek van Holland.

Op een gedeelde tweede plek staan windstoten van 158 kilometer per uur boven IJmuiden en Schiphol, op 25 januari 1990. Qua gemiddelde snelheid staat de storm van die dag op de zevende plek.

Een andere beruchte storm, in de nacht van 31 januari op 1 februari 1953, staat op de negende plaats. De watersnoodramp was niet alleen aan de windkracht te wijten, maar vooral aan de route van de storm, die het water van de Noordzee hoog in de trechter bij Zeeland had opgestuwd. Bovendien was het hoogwater.

 

 

 

= = = einde archief artikel = = =

 

Ik vond bovenstaand krantenknipsel terug uit de Volkskrant van 19-1-2007 waar in stond dat het sinds 1910 op 58 dagen heel  zwaar gestormd had en dat de ergste storm was geweest op 7 september 1944. Dit was de nacht waarin papa, zwaar gewond door twee schoten van Klaus Barbie, bij het bos Den Hout te Haarlem lag terwijl de natuur heel woest te keer ging.

Er stond een lijstje bij met de tien zwaarste stormen maar geen was zo heftig als deze in 1944.

Het heeft mij altijd ontroerd wat papa die laatste nacht van zijn leven moet hebben gedacht.

De natuur en vaak ook het dierenrijk reageert op de dood van grote geesten zoals de componisten Beethoven en Mahler.

Beethoven stierf tijdens een hevig onweer.

Papa had  een heleboel gedaan voor het milieu op aarde met de uitvinding in 1927 van een stofvanger die hij voor elke soort industrie toepasbaar maakte.

Hij moest de crisistijd en daarna de oorlogsperiode doorkomen.

In de oorlog had hij geen inkomsten uit de geallieerde landen.

Juist toen het eindelijk beter zou gaan en de vrijheid, waar hij zo erg naar uitgezien had, al gauw zou aanbreken werd hij op een uiterst wrede wijze weggerukt uit dit leven door een beruchte nazi.

Alle mensen die op het kantoor werkten misten daarna zijn energieke uitstraling.

Riet Verspoor had het in het ziekenhuis waar ze werkte en waar papa  heen  gebracht was op de ochtend van de 8e september 1944 met een andere verpleegster over de meest aangrijpende gebeurtenis die ze beleefd hadden in de oorlog.

Deze verpleegster zei dat dat het moment was waarop papa binnen gebracht werd en zijn  gezicht haar diep ontroerde.

Ze wist niet dat Riet, mijn latere echtgenote hem kende.

Papa’s doodsstrijd duurde tot in de morgen van de 8e september.

Ik  zal hier iets schrijven over de doodsstrijd  van  Gustav Mahler omdat wat Stefan Zweig daar over schreef waarschijnlijk lijkt op wat die verpleegster beleefde toen ze papa’s gezicht zag toen die binnen gebracht werd in de zaal waar ze werkte.

 

- Mahlers death agony lasted several hours. The ghastly sound of his death rattle suddenly stopped at midnight the 18th May 1911  during a tremendous  thunderstorm”.

Alma Mahler writes: “I can never forget his dying hours and the greatness of his face as death drew  nearer -

 

Stefan Zweig beschrijft  Mahler als hij in Cherbourg na de landing in een bootje naar de wal over gezet wordt.

 

- Daar lag hij, bleek als een dode, roerloos  en met zijn ogen gesloten. De wind had zijn  grijzende  haren opzij  geblazen, scherp en onverschrokken  markeerde  zich zijn  gewelfde voorhoofd met  daaronder die harde  kin, waarmee de  stuwkracht zat van zijn wil. Zijn uitgemergelde handen lagen vermoeid gevouwen op de deken. Het  was voor het eerst dat ik hem, de Vurige, in een toestand van  zwakte zag. Maar zijn silhouet, onvergetelijk en onvergelijkelijk, stak af tegen  een onmetelijke grauwheid van lucht en water. Er school  iets oneindig treurigs in deze  aanblik, maar ook iets  groots, iets stralends, iets  dat zich net als  muziek op een ver verheven slot toespitste –

 

 

 

 

rts006.jpg     rts005.jpg     rts007.jpg

 

 

 

          

 

 

 

 

 

 

 

 

 

          

 

 

 

familie foto’s

 

 

Elseviers magazine, 26 februari 1983; Die schelle lach van Barbie, die ben ik nooit vergeten

 

 

 

Dochter van vermoorde Herman van Tongeren:

 

"Die schelle lach van Barbie, die ben ik nooit vergeten"

 

Gestapobeul Klaus Barbie, onlangs uitgeleverd, zal in Frankrijk voor misdaden tegen de mensheid terechtstaan.

Maar van belang zijn ook getuigenissen uit andere landen over Barbie.

Elsevier reconstrueerde de rol van Barbie in het drama - Hermannus van Tongeren.

 

 

Barbie1

Charlotte van Tongeren

…feitelijkheden…

Barbie2

Gezin Van Tongeren in Bandoeng, toen vader KNIL-officier was

 

 

De bejaarde vrouw is vrijwel blind. Zij onderscheidt mij van één meter af nauwelijks. "Ik zie van uw gezicht slechts vage lijnen." Door dit gezichtsgebrek is het uitgesloten dat zij kennis heeft genomen van recente krantenfoto's. Alsof het om eer­gisteren gaat en niet om een winterdag uit 1940, profileert zij helder en zonder aarze­ling:

"Die schelle, enge lach ben ik nooit verge­ten. Barbie was klein van stuk en opmerke­lijk glad geschoren. Hij had steil haar dat naar twee kanten geplakt over het hoofd

 

lag; de grootste helft van het haar rechts, als je voor hem stond. Dunne lippen, opeen­geklemd, in een rechte lijn. Een bleke ge­laatskleur, opmerkelijk donkere ogen. Wat mij vooral bijbleef: die snerpende stem, dat sarcastisch lachen. Dat was het ergste aan de man."

Boeken omringen haar, brieven, foto's; de tijd staat stil, maar haar geheugen snijdt de tijd aan flarden.

,,'Barbie, Untersturmhrer Barbie,' zei mijn vader een van de keren dat mijn moe­der en ik hem in de gevangenis mochten

 

bezoeken, 'hij is de gemeenste van allen. Het gejammer en gesteun in de cellen naast mij, ik weet dat hij daarvoor verantwoor­delijk is'."

De vader: de toen 64-jarige generaal-ma­joor b.d. Hermannus van Tongeren, maat­schappelijk in aanzien als grootmeester van 'de vrijmetselaarsbeweging*), die door toe­doen van de na jaren gearresteerde oor-

 

{* De vrijmetselarij is een internationale beweging die streeft naar verbroedering, geestelijke vrijheid en persoonlijkheidvorming. In de orde zijn opgenomen mannen zonder onder­scheid van godsdienst, partij, stand, ras of nationaliteit

 

 

 

logsmisdadiger Klaus Barbie op transport naar het concentratiekamp Sach­serihausen werd gesteld en daar 21 maart 1941 bezweek. Hierv66r sprak zijn dochter, 81 jaar, tot nu toe in Nederland de enige die materiaal heeft aangedragen wat door de Franse justitie kan worden toegevoegd aan het dossier-Klaus Barbie in opbouw. Enkele maanden voor het einde van de Tweede Wereldoorlog stierf ook door Duitse hand Charlotte van Tongerens broer. Na ernstig gewond van een vracht­wagen te zijn gegooid, leefde Hermannus van Tongeren jr. nog kort in een Haarlems ziekenhuis. Tegen zijn vrouw zei hij over degenen die hem hadden neergeschoten:

"Barbie en ik herkende elkaar met dode­lijke haat." Charlotte van Tongeren: "Ook mijn broer bezocht mijn vader meermalen en werd bij die gelegenheden met Barbie geconfronteerd. Van hen die mijn broer voor zijn dood hebben gezien, leeft bij mijn weten echter niemand meer." Om die reden legt men bij de afdeling onderzoek van het Rijksinstituut voor Oorlogsdocumentatie in Amsterdam nog geen gegevens aan omtrent de dood van Hermannus van Tongeren jr. (Een van diens zoons is overigens zelf met een onderzoek in Haarlem begonnen.) maar van belang zijn wel de herinneringen van Charlotte van Tongeren aangaande Klaus Barbie en diens rol bij de dood van haar vader. "Het getuigenis draagt bij aan het beeld van Barbie de vervolger. Hij zal te­rechtstaan voor zijn misdaden gedurende de tijd dat hij in het Franse Lyon was, maar mocht hij deze periode als een ontsporing betitelen, dan kan over zijn rücksichtslose mentaliteit van ons land uit materiaal wor­den aangedragen. Anders gesteld: stel dat Barbie in Frankrijk wordt vrijgesproken

___________________________________

 

HERMANNUS VAN TONGEREN SR.

…..Barbie is de gemeenste van allen”..

Barbie3

dan kan in een ander land een uitleve­ringsverzoek klaar liggen. En dat land zou Nederland kunnen zijn." Aldus drs. David Barnauw van de afdeling onderzoek van het RIOD.

Bij Oorlogsdocumentatie komt de naam Barbie slechts een keer in het archief voor; in de memoires van de oud-voorzitter van de Joodse Raad, David Cohen, door deze aan een medewerker van Oorlogsdocu­mentatie in de jaren '60 gedicteerd, waaruit prof. dr. J. Presser voor zijn boek "De On­dergang" een passage overnam.

Omdat Barbie's taak binnen de SD (Si­cherheitsdienst) het vreemdelingenbeleid betrof, had hij mogelijk iets uitstaande met de concentratiekampdood van driehonderd jonge joodse emigranten uit Duitsland, die van Amsterdam uit op transport werden gesteld naar Mauthausen. In de Tweede Kamer is Barbies naam door het CPN-Ka­merlid Gijs Schreuders ook in verband ge­bracht met martelingen tijdens de Februa­ristaking (25 februari 1941). In het parle­ment is inmiddels op een spoedige afhan­deling van het Nederlandse dossier-Barbie aangedrongen.

Het enige relaas met feitelijkheden komt van mevrouw Charlotte van Tongeren. Een reconstructie.

Een werkelijke rol in het ondergronds verzet tegen de Duitse overheersers speelde de oud-militair Hermannus van Tongeren niet. Wel steunde hij de illegaliteit met fi­nanciële bijdragen, terwijl hij door zijn ho­ge rang in de orde van vrijmetselaars­grootmeester - van illegaal werk op de hoogte moet zijn geweest. De vrijmetse­laarsbeweging vormde namelijk een haard van verzet. De militaire loopbaan van Van Tongeren, die ten slotte generaal-majoor b.d. werd, had zich voltrokken in het voor­malig Nederlands-Indië bij het Koninklijk Nederlandsch-Indisch Leger (KNIL).

De reden voor zijn arrestatie op 10 oktober 1940 werd nooit bekend; zij moet verband hebben gehouden met bijeenkomsten op kleine

schaal van de vrijmetselaarsbewe­ging in het Amsterdamse établissement Americain. Men zette deze zogenaamde koffiebijeenkomsten tegen het verbod van de bezetter voort. Toen Van Tongeren van zijn woning werd opgehaald, werd hem in ieder geval te verstaan gegeven dat de vrij­metselaarsbeweging zich van bijeenkom­sten moest onthouden en dat hij, Van Ton­geren, voor de bijeenkomst van de zaterdag vóór zijn arrestatie verantwoordelijk werd gesteld. Tijdens die bijeenkomst waren zes vrijmetselaars aangehouden, maar Van Tongeren werd als enige opgesloten in het bureau van de Sb.

Charlotte van Tongeren: "Het enige dat ik me niet meer kan herinneren, is of het bu­reau nu aan de Achterburgwal of de Oude­zijds Voorburgwal stond. Ik weet wel, we

moesten lijn 16 tot aan de Dam nemen om er te kunnen komen. Wel weet ik ook dat het bureau aan de Euterpestraat nog niet bestond."

Als degene die hem het verhoor afnam, noemde Van Tongeren tegenover zijn ad­vocaat, Kymmell, en zijn vrouwen kindren de naam Klaus Barbie. Hij schilderde hem als de gemeenste van allen, met wie hij nog Kalb en Kempien bedoelde, die in la­tere (Franse) stukken voorkomen als lager­geplaatste assistenten van Barbie. Van Tongerens advocaat was getrouwd met een joodse vrouw; de jurist vond in eerste in­stantie dat zijn naam al te bekend werd bij de SD, maar zegde toe Van Tongeren te zullen assisteren.

Sinds de capitulatie had Van Tongeren overigens al te verstaan gekregen dat hij zich voor verhoor bereikbaar moest hou­den. Eenmaal gevangene van de SD, mocht hij om de veertien dagen bezoek ontvangen, bedoeld ook voor schoon goed en levens­middelen. In februari, enkele maanden na zijn arrestatie, bezocht Barbie de woning van Van Tongeren opnieuw, nu om een aantal boeken, uitgaande van de vrijmetse­laarsbeweging, weg te halen. In de werkka­mer van Van Tongeren doorzocht Barbie ook, in aanwezigheid van Van Tongerens dochter Charlotte, toen 40 jaar, het bureau. "Diep tastte hij in de laden. Toen hield hij een negatief van een groepsfoto tegen het licht, achter in een lade verborgen.

'Kent u dit?,' vroeg hij snauwend.

Ik had het negatief nooit eerder gezien. 'Dat is uw vader,' zei hij, 'met een prins van het Engelse koningshuis'.

Ik wist toen dat het om de onthulling van een vrijmetselaarsmollument op Trafalgar Square in Londen ging. Nederland heeft na Engeland de oudste loge van de vrijmetse­laars. Daarom had m'ijn vader naast de prins een ereplaats gekregen. Ik zei tegen Barbie dat die bijeenkomst in Londen geen politieke achtergrond had. Het monument is er voor de vrede, zei ik.

'Ja,' zei Barbie honend, 'de vrede die tegen ons gemunt is.'

Hij liep daarna de woonkamer in. Ik wees hem op een maquette van het monument, dat op de schoorsteen stond. Zie, zei ik, daar staat het gegraveerd: For peace. Barbie stopte de maquette in zijn tas, hij nam ook het negatief mee."

Op de dag dat hij per briefkaart meedeelde naar Duitsland te moeten vertrekken, was Van Tongeren overgeplaatst van het SD­bureau naar het huis van bewaring; zijn cel was A-I 16. Hij bleek koortsig, had her­haaldelijk niersteenaanvallen, medicijnen werden hem onthouden. Over zijn verblijf in het SD-bureau vertelde hij nog dat de orde van vrijmetselaars tweemaal had voorgesteld een poging te ondernemen om hem in vrijheid te krijgen. Maar Van Ton­geren had dit afgewezen; voor mij worden

 

 

 

Barbie4

Klaus Barbie in zijn Gestapo-tijd

_____________________________

 

dan tien anderen opgepakt, was zijn argu­mentatie. Hij had zijn cel gedeeld met drie joden, die door Barbie en de zijnen slechts weinig in de weg waren gelegd. Als geweld dreigde, stelde Van Tongeren zich voor Barbie op en zei: "Alles wat u mij en de anderen hier aandoet, zal niet onstrafbaar blijven. Ik ben oud-militair. Zulke dingen als u wilt, gebeuren niet voor de ogen van een oud-officier." Barbie was officier. Toen hij deze rang benadrukte, stelde Van Ton­geren: "Dan hebt u zich ook als een officier te gedragen."

 Een van zijn celgenoten was een joodse man, die de eigenaar van een groentekar bestolen had. Hij had geen opleiding, bezat geen kennis. In de maanden dat zij in de­zelfde cel verbleven, kreeg hij van Van Tongeren het nodige bijgeleerd en werd hem hulp toegezegd voor een baantje na de oorlog.

___________________________________

 

HERMANNUS VAN TONGEREN JR.

…dodelijke haat…

Barbie5

 

 

Begin maart 1941 kwamen de gezinsleden in het huis van bewaring afscheid nemen van Hermannus van Tongeren, moment waarover diens dochter nu zegt:

"Mijn vader zei dat hij alle tegen hem in­gebrachte beschuldigingen had kunnen weerleggen. Eén niet, zei hij, en ik voel nog de stille blik die naar mij uitging. Hij had altijd tegen ons gezegd: Als jullie van de Duitsers bezoek krijgen, dan weten jullie van niets. Maar, dacht ik, ik heb toch alleen maar toen Barbie het huis doorzocht goede dingen gezegd, ook over het monument. Dat Barbie toen zo moest schateren, zo'n uitbundige lach liet horen, had hij het ar­gument gevonden om mijn vader uit Ne­derland weg te sturen?"

Na negen dagen kwam Van Tongeren in Sachsenhausen aan; een week, van 22 tot 29 maart 1941, verbleef hij in de cel genaamd Das Ende, waar een Nederlandse chauffeur van het Rode Kruis, die zich in het concen­tratiekamp voor ziekenbroeder had uitge­geven, hem enkele keren bezocht. Chris­tiaan Bodaan kon later de familie per brief op de hoogte stellen van de laatste dagen van Hermannus van Tongeren, die, opge­zwollen, blauw aangelopen, aan een nier­steenaanval en een dubbelzijdige ooront­steking overleed. Barbie zelf verstrekte Charlotte van Tongeren en haar zuster Co­bie het doodsbericht van haar vader.

Broer Hermannus van Tongeren vond 45 jaar oud de dood op 9 september 1944, toen hij voor medewerking aan de Haarlemse illegaliteit in de vorm van het beschikbaar stellen van een stencilmachine en een ra­diotoestel werd gearresteerd. Herman van Tongeren jr. was vrijmetselaar en verhulde aan de drie die hem arresteerden niet dat zijn vader voorin een boek over de vrijmet­selaarsbeweging, bij hem in de kast gevon­den, stond afgebeeld. Vanwege zijn over­tuiging zou Van Tongeren jr. naar de Si­cherheitsdienst in Amsterdam worden overgebracht; op weg daarheen werd hij na een long- en een nekschot van de vracht­wagen gegooid waarmee het vervoer naar Amsterdam gebeurde.

"Barbie en ik herkenden elkaar met dode­lijke haat." Deze woorden, later door an­deren overgebracht, resteren, waarachter men bij het Rijksinstituut voor Oorlogsdo­cumentaire slechts vaag kan invullen: "Zou Barbie dan op een persoonlijke actie zijn uitgeweest? Hij had inmiddels een hoge rang bij de SD in Lyon gekregen. Waarom zou hij hier zijn opgedoken?"

Sinds de dood van haar moeder, wier huis­genote zij was, verblijft Charlotte van Ton­geren - haar zuster is inmiddels ook overle­den - in het bejaardencentrum "Het Ooten" in Bilthoven, door de vrijmetselaars­beweging opgezet. "Mijn geest leeft op," zegt ze, "al wat ik kan getuigen, heb ik ge­zegd."

 

 

 

 

 

rts008.jpg       

 

   rts010.jpg

 

     

 

 

    

 

 

   

 

 

 

 

 

              

 

  

 

 

 

 

 

 

 

 

      

 

 

 

 

 

familie foto’s

 

 

Elseviers Magazine, 26 februari 1983: Het bloedspoor van Barbie

 

 

Barbie6

het Duitse weekblad Der Stern fotografeerde Barbie bij het graf van een oorlogskameraad

 

Het bloedspoor van Barbie

 

 

Tweemaal werd oorlogsmisdadiger Klaus Barbie (69 jaar) in Frankrijk bij ver­stek ter dood veroordeeld. De vonnissen, uitgesproken in de jaren 1952-1954, zijn in­middels verjaard. Barbie werd schuldig be­vonden aan de dood van de Franse verzetleider Jean Moulin, de dood van 4342 joden, de deportatie van 7591 joden en de arrestatie en foltering van 14.311 verzetsstrijders. En­kele weken geleden werd Barbie, die evenals vele andere - er wordt over tienduizenden gesproken - oorlogsmisdadigers in een Zuidamerkaans land woonde (Bolivia), aan Frankrijk uitgeleverd. Deze uitlevering ge­beurde in het kader van de banden tussen de socialistische president Mitterrand en de (nieuwe) socialistische eerste-minister van Bolivia Suazo. Door toedoen van de Franse nazi-jagers Serge en Beate Klarsfeld was men al sinds jaren op de hoogte van het doen en laten van Barbie, die overigens blijkens enkele vroegere interviews en een recente­lijk door de Boliviaanse televisie opgenomen gesprek zichzelf nog steeds als een super­soldaat ziet en achter zijn gedragingen in de Tweede Wereldoorlog staat (naar analogie van de nazi-leer). In Bolivia gaf Barbie onder meer voorlichting aan veIligheidsdiensten. Welke de aanklacht tegen Barbie zal zijn, is nog niet bekendgemaakt, maar de veronder­stelling is dat het feiten betreft die na de twee vorige processen naar voren zijn geko­men. In het verleden heeft Barbie meerma­len verklaard eens te zullen vertellen met welke Fransen hij in de oorlogsjaren heeft samengewerkt. Hij doelde daarmee op ver­raad van Franse zijde. Bij het Rijksinstituut voor Oorlogsdocumentatie wijst men erop

 

dat het verzet in Frankrijk een andere grondslag had dan elders in West-Europa. Ten aanzien van de bundeling van het verzet heeft de politiek een grote rol gespeeld. Probleemvol was hoe de verschillende poli­tieke groeperingen bij elkaar te krijgen. Een film over de Franse collaboratie werd acht jaar geleden voor televisie-uitzending ver­boden, volgens Oorlogsdocumentatie een bewijs dat de Fransen nog niet klaar zijn met hun oorlogsverleden, terwijl stoer wordt volgehouden dat dit wel het geval is. Uit commentaren in toonaangevende bladen als Le Monde en Nouvel Observateur spreekt deze toon: wraak heeft geen zin, tegen Bar­bie valt door de afschaffing ervan de dood­straf niet uit te spreken, het komende proces biedt een mogelijkheid om ons als Frankrijk op de gebeurtenissen tijdens de bezetting te bezinnen.

In Nederland begon Klaus Barbie zijn oor­logswerk direct na de bezetting. Zijn taak bij de Sicherheitsdienst (SD) betrof het vreemdelingenbeleid, waaronder de joden, de communisten en organisaties als de vrij­metselaarsbond gerekend werden. Oorlogs­documentatie: "Het is moeilijk zich nu in deze keuze te verplaatsen." Sinds november 1942 verbleef Barbie in Lyon in Frankrijk, waar hij als Gestapo-chef ten slotte de rang van Hauptsturmführer voerde en als "de slachter van Lyon" werd afgeschilderd. Na de landing van bevrijdingstroepen aan de Rivièra - 15 augustus 1944 - is ook Barbie naar Duitsland teruggegaan, vanwaar hij zijn vlucht naar Zuid-Amerika heeft voorbereid.

 

 

Rol Van Tongeren in het verzet:

 

 

HAARLEM-HEEMSTEDE.

Ir. H. van Tongeren uit Heemstede is in de oorlog vermoedelijk nauwer betrokken geweest bij verzetsactiviteiten dan ook zijn naaste familieleden tot dusverre heb­ben geweten. Dit is op te maken uit wat een Duitse officier, die in september 1944 in Heemstede werkzaam was, heeft verklaard tijdens zijn verhoor in 1948. Het proces-verbaaJ van dit verhoor is één van de documenten die de rijksrecherche bij haar onderzoek in de zaak Van Tongeren heeft achterhaald.

Bekend was, dat Van Tongeren van tijd tot tijd gastvrijheid verleende aan jongeren, die bij hem op zolder naar de Enge1se zender luisterden en illegale pamfletten vervaardigden. Bij huiszoeking in zijn woning op 7 september 1944 is een groot aantal illegale pamfletten en een radio-ontvanger in beslag genomen.

Uit de verklaring van de Duitser blijkt, dat echter ook fototechnisch materiaal in het huis werd aangetroffen. De Duitser heeft dit materiaal zelf gezien. Het bevat­te volgens hem onder meer uitgebreide opnamen van de bunkerbouw voor de kustverdediging".

 

Rol Van Tongeren in verzet wellicht

groter dan gedacht

Dit fotomateriaal is wellicht vervaar­digd met de uitgebreide apparatuur waarover Van Tongeren beschikte. Hij had al in de jaren dertig een eigen bedrijf, Docufilm geheten, dat foto's en films vervaardigde voor onder meer industrië­le doeleinden. Bekend is dat Van Tongeren nu en dan bezoek kreeg van een koerier van de door zijn zuster Jacoba geleide illegale verzetsgroep 2000, die in het hele land actief is ge weest. Mogelijk was het fotomateriaal bestemd voor deze  illegale groep.

Ook een getuigenverklaring van een destijds 18-jarige Heemstedenaar wijst erop, dat ir. Van Tongeren meer betrokken is geweest bij illegale activiteiten

 

dan tot nu toe bekend was. Deze getuige zegt in de herfst en winter van 1943-1944 met een auto een aantal ritten te hebben gemaakt naar Apeldoorn. Daar werden volgens hem joodse onderduikers opge­haald., die in Heemstede en omgeving weer werden ondergebracht. Deze trans­porten vonden plaats met een auto waar­mee ir. Van Tongeren in opdracht van de Duitsers proefritten maakte teneinde gasgeneratoren te testen.

Bij het vervoer van de joden werd men onderweg wel door de Duitsers gecontro­leerd maar moei1ijkheden deden zich daarbij niet voor omdat de papieren van de auto perfect in orde waren, zo weet de getuige zich te herinneren.

Volgens hem zijn bij de transporten in totaal enkele tientallen joden naar het westen des lands overgebracht. Waarom dat gebeurde, wist hij niet. Van Tongeren zelf was er nooit bij, maar de getuige neemt aan dat de transporten wel in zijn opdracht plaats hadden. "Wat hij voor de joden deed, was geniaal", aldus deze zegsman. Zijn relaas is tot dusverre overigens nog niet door anderen beves­tigd.

 

 

 

 

 

        

 

 

          

 

 

rts012.jpg

 

 

rts011.jpg    

    

 

          

 

 

 

 

     

 

 

familie foto’s

 

 

 

De (wereld)oorlogen en mijn “INNER LANDSCAPES”

 

In Inner Landscapes wil ik door middel van vormen, kleuren en sferen mijn gevoelens uitdrukken in wat je een soort landschap zou kunnen noemen, helemaal abstract zonder herkenbare elementen.

In mijn eerste, vernieuwende richting, mijn blauwe serie doeken van 1956-1967, was dat in een soort geestelijk hiernamaals waarin vormpjes naar en boven een soort horizon zweefden en samen in de ruimte spanning brachten.

Een jaar of vier geleden voelde ik een sterke behoefte mijn gevoelens die ik had als ik aan de eerste wereldoorlog dacht ook weer in een soort landschap uit te drukken waarin de verschrikkingen van uit de hemel boven de aarde in dramatische vormen die in de ruimte zweefden tot uiting te brengen, vormen die op de aarde grote verwoestingen aanrichtten. Het zijn symbolen voor de bommen en granaten die steeds enorme explosies veroorzaken en als ze in loopgraven vallen enorme modder fonteinen met menselijke lichaamsdelen, hout, balken en splinters naar alle kanten doen vliegen.

George Blond heeft dit in zijn boek over de slag om Verdun in al zijn verschrikkingen beschreven.

Op de grond had je de aanvallen onder vijandelijk mitrailleur vuur bij de bestorming van de loopgraven en stellingen van de vijand waarbij de soldaten door en over de prikkeldraad versperringen moesten zien te komen onder het vernietigende vuur van de tegenstander.

De bajonetgevechten in de vijandelijke loopgraag waren verschrikkelijke man tegen man confrontaties.

In de middelbare school las ik al het boekje “sechzehntausend franc” waarin een duitser beschrijft hoe hij in de zakken van een fransman, die hij net gedood had, zestien duizend franken vond en brieven van zijn vrouw.

Hij wil  dit na de oorlog terug brengen naar de geliefde.

Men haatte elkaar niet, men kende elkaar niet maar men moest elkaar toch afmaken op bevel van hogerhand, van generaals en regeringen.

Erich Maria Remarque beschrijft dit ook in zijn ”Im Westen nichts Neues”, een geweldig boek net als “Den Weg Zurück” en ” Drei Kamaraden”.

Hij was, om aan het mitrailleurvuur te ontkomen, in het niemandsland tussen de twee fronten in een kuil gedoken waar een granaat ontploft.

Hij had zijn geweer nog in zijn hand toen een fransman in dezelfde kuil dekking zocht.

Remarque reageerde direct en schoot de  fransman in zijn buik zodat de man dood bloedde. Hij had de fransman een tweede kogel kunnen geven maar kon dit niet en moest nu aanzien dat die ander onder erge pijnen langzaam stierf.

Hij vertelt dan dat hij tegen de stervende man zegt dat ze beiden het slachtoffer zijn van de regeringen en wapenfabrikanten terwijl ze elkaar niet kennend moeten doden.

Ik hoorde, toen ik in 1957 een lifttocht door Engeland en Schotland maakte en van Haworth uit naar de boerderij klom waar Wuthering Heights zich afspeelde in de roman van Emily Brönté, van een Engelsman die een stuk dezelfde route liep ook zo’n tragische ontmoeting in niemandsland in  die oorlog gehad had. Hij stond ineens voor een duitser die ook zo verloren tussen de twee fronten liep.

Hij was iets sneller dan de duitser en schoot hem dood en zou nooit de uitdrukking in de ander zijn gezicht vergeten.

Zijn leven lang zou hij er nachtmerries van hebben  en er steeds aan terug denken. Wat had hij verkeerd gedaan?

Het had net zo goed andersom  kunnen zijn.

Het kon best zijn dat geen van beiden  of een van beiden de ander niet wilde doden maar er is geen tijd en iedere aarzeling kan je dood betekenen.

Ik weet niet meer wat ik toen gezegd heb om deze man te troosten.

Ik heb een keer gelezen dat iemand die in een dergelijk geval gedood was de ander in het hiernamaals ontmoette en vergaf.

Men kent de verhalen dat de tegenstanders met de kerstdagen van 1914 naar de loopgraven van de zg. vijand liepen en samen kerstlieden zongen en zich verbroederden, chocola en sigaretten gaven en niet meer wilden vechten.

Maar de commandanten maakten er na enige tijd een eind aan en de oorlog duurde nog vier jaar met 17  miljoen doden en een veelvoud aan gewonden en verminkten.

Ik las later nog veel meer over zulke tragische gebeurtenissen die in alle oorlogen veelvuldig voorkomen waarbij men beslissen moet wat te doen en dat vaak in enige seconden.

Ik las van iemand die deel  moest nemen aan een executie van gevangenen.

Hij kon het niet, onbekende mannen dood schieten en moest toen  bij deze mannen gaan staan om zelf geëxecuteerd te worden.

Je kunt dan denken dat hij er niemand mee gered had, het zou toch gebeuren en zijn vrouw of geliefde, ouders, broers en zusters zouden hem nooit meer zien.

Je mag van geluk spreken als je zulke beslissingen in je leven nooit hoeft te nemen.

Moet ik mij schamen dat ik mij mijn leven lang zo veel met oorlogen heb bezig gehouden? Het zal te maken hebben met mijn grootvader die door Klaus Barbie, het  beest van Lyon, naar een concentratiekamp gestuurd werd waar hij stierf in 1941 en mijn vader die op 7 september 1944 door diezelfde Barbie gedood werd.

Van ongeveer 2014 af wil ik uitdrukken wat ik voel als ik denk aan de eerste en de tweede wereldoorlog met de vele tragische veldslagen, met alle persoonlijke tragedies als zware verwondingen en verminkingen, shell shock gevallen, de plotselinge beslissingen in het midden van man tegen man gevechten waarbij het  gaat om het doden van de tegenstander die je niet kent of door hem gedood te worden.

Dit zijn daden waar je je hele leven lang trauma’s van kan over houden, wroeging koesteren en eeuwige twijfel voelen of je goed gehandeld hebt en het niet anders had kunnen doen.

Het zijn vaak split second beslissingen en ook maar de geringste aarzeling kan je eigen dood betekenen.

Ik denk ook aan bemanningen in neerstortende vliegtuigen en aan getorpedeerde schepen die exploderen en in brand vliegen waarin de bemanning van diep in het schip zich omhoog moet werken naar een reddende opening.

Er zijn vele morele beslissingen die je moet nemen in onmogelijke, dramatische momenten.

Ik heb dit alles uitgedrukt met vaak door de hemel of lucht vliegende dreigende vormen als projectielen die op de aarde dood en verderf   kunnen  brengen als ze neerkomen op andere vormgroepen of sferen.

Uiteindelijk kon ik dit ook laten gebeuren met slechts enkele symbolen.

Ik denk natuurlijk ook aan alle andere oorlogen, op land en op zee, waarbij nog zonder verdoving vaak benen, armen en handen werden afgezaagd.

Ik zou me misschien erg moeten schamen dat ik mij altijd al zo met oorlogen heb bezig gehouden, helemaal als ik aan mijn vader denk die zo’n  hoge geestelijke  ontwikkeling  bezat.

Francis  Bacon werd  wereld beroemd en maakte de meest afschuwelijke schilderijen die aan vivisectie en abattoirs doen denken.

Zijn schilderijen zijn ontzaglijk knap geschilderd maar getuigen van een  heel nare en sadistische wereld.

Dat doe ik niet.

Ik schilder de tragiek van oorlogen op een geheel eigen abstracte wijze zoals nog niemand het gedaan heeft en dat moest gebeuren zoals Stravinsky zijn “Sacre du Printemps” moest componeren op dat moment net voor de eerste wereldoorlog; en het werd  hem  ingegeven, zei  hij.

Bij mij ging deze dramatische periode over in een periode waarin de vormen energieën weergeven zoals ik al  eerder in mijn “Skydance  composities deed.

In   deze  abstracte  landschappen kunnen met zwart en enkele kleuren  vormen en sferen worden opgeroepen waar de energie in een ruimte het hoofdmotief is en de kracht laten zien waarmee ze naar de aarde of in de ruimte geslingerd worden.

 

 

 

 

Lijst met gevestigde octrooien per 31 december 1944:

 

 

 

 

Land

 

Nederland

 

 

 

 

 

 

Duitsland

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Oostenrijk

Engeland

 

 

 

 

 

Frankrijk

 

België

Polen

Tjecho Slowakije

Italië

 

Amerika

 

 

 

 

 

 

Japan

 

Hongarije

Zwitserland

 

 

 

 

Verleende octrooien per 31 december 1944

 

Jaar      Onderwerp

 

1937    turbineontwatering

1942    vonkenvanger

1942    knaldemper

1942    cycloon met groef

1942    mengkamer

1943    teerkraking

1943    generator gas na reiniging

1938    dubbele wervel

1938    turbineontwatering

1941    multi T

1943    Fs / Fe

1940    wisvanger vuurhaard

1942    Hageman’s ketelreiniging

1944    stompe neus

1941    L.W. vanger

1943    Z.Z. stofmeetapparatuur

1942    knaldemper

1939    Fs / Fe

1937    turbineontwatering

1939    schoorsteenvanger vuurhaard

1939    wisvanger vuurhaard

1938    G.R. ketel “voet”

1942    G.R. ketel “dubbele vuurhaard”

1941    vonkenvanger

1936    turbineontwatering

1942    cycloon met groef

1942    cycloon met groef

1936    combinatie dubbele wervel en Fs / Fe

1940    Fs / Fe

1938    Fs / Fe

1942    cycloon met groef

1936    dubbele wervel

1939    dubbele wervel

1938    turbineontwatering

1939    wisvanger met schoepen

1940    wisvanger vuurhaard

1940    multi II

1941    Hageman’s ketelreiniging

1938    combinatie dubbele wervel en Fs / Fe

1938    multi I

1937    Fs / Fe

1937    turbineontwatering

1938    combinatie dubbele wervel en Fs / Fe

1937    multi I

 

 

nr.

 

40153

53177

52371

52376

52024

55429

55398

661744

657164

709126

737374

690100

725983

 

715183

745780

719322

156869

461600

496673

513196

493755

542024

539924

807705

875693

443000

23925

66401

356401

392563

2039692

2152114

2111878

2152115

2225808

2205906

2242354

123601

126373

130334

192207

194404

191002

 

 

 

Mijn vader, Hermannus van Tongeren: zijn leven, zijn zaak, zijn idealen.

 

Hermannus van Tongeren, geboren 6 oktober 1899 te Kota Radja, Noord-Sumatra

 

Zijn vader: Hermannus van Tongeren, geboren 16 april 1876, genie officier

Zijn moeder: Jeanne Wilhelmina Holle, geboren 1870

 

In 1906 gaat het gezin (er zijn dan nog twee zusjes geboren) naar Nederland voor groot verlof. H.v.T. senior haalt nog enige examens in Berlijn en Wenen resp. draadloze telegrafie en betonbouw. Begin 1909 gaan de ouders en twee zusjes terug naar Indië, hun zoon als 8-jarige achterlatend bij de grootouders die in Rotterdam aan de Botersloot een hervormd bejaardentehuis leiden. De vader van mijn grootvader was ook officier.

1916, familie terug uit Indië, jaren later dan oorspronkelijk de bedoeling was en mijn vader beloofd was. Mijn grootvader had nog twee jaar als luitenant-kolonel moeten dienen om voor die rang pensioen te kunnen krijgen.

In 1939 krijgt hij nog de rang van generaal-majoor titulair.

In 1917 doet H.v.T. junior zijn eindexamen HBS-B in Amsterdam en laat zich inschrijven als werktuigbouwkundig student te Delft.

Hij bestudeert oneindig veel zaken in de techniek zoals stoomketels, helikopters, de relativiteitstheorie van Einstein, waar hij een artikel schrijft en later de stofvangers, maar ook de theosofie, het sufisme, de vrijmetselarij, de rozenkruizers, de astrologie waar hij een boek over schrijft wat uiteindelijk helaas niet in druk verschijnt en allerlei zoals loonstelsels, sociale vraagstukken enz., enz.

]na twee jaar nauwelijks of geen colleges gelopen te hebben (hij geloofde in zelfstudie en zijn eigen bibliotheek over oneindig veel onderwerpen) kreeg hij een jaar huisarrest bij zijn vader in Amsterdam en mag dan weer naar Delft terug. Veel is er echter niet in de situatie veranderd. Hij blijft intensief zoeken naar de raadsels van het leven en werkt veel meer aan zijn geestelijke ontwikkeling en die van anderen dan aan het halen van een diploma. Hij is in 1923 lid van 21 verenigingen en houdt voor velen daarvan lezingen. In 1926 doet hij een poging tot het stichten van een geestelijk centrum in Laren (Lumen Coeli) wat mist loopt. Voor die tijd had hij al een drukbezochte lezingenserie over de astrologie gegeven in de “Vrij Religieuze Tempel” in Amsterdam (Valeriusplein 20).

Dan besluit hij toch om snel zijn studie af te maken. Tot die tijd had hij zijn studie en zijn levensonderhoud meest bekostigd  dor het geven van bijlessen, het schrijven van artikelen en het houden van voordrachten. Bovendien maakte hij horoscopen. Zijn vader wilde slechts betalen voor zijn onderhoud als hij zich uitsluitend met het halen van het ingenieursdiploma bezighield. In 1926 is mijn vader getrouwd. Oktober 1927 kandidaatsexamen en in 1928 diploma werktuigbouwkundig ingenieur. Ondertussen had hij zijn belangrijkste uitvinding, de stofvanger voor het opvangen van al het vuil en alle soorten van milieugevaarlijke stoffen, al gedaan. Niet alleen voor het milieu was deze uitvinding van het allergrootste belang, ook voor de industrie zelf die allerlei stoffen die anders verloren gingen, nu weer kon opvangen voor hergebruik. Voorbeelden van teruggewonnen stoffen: goudstof, poederkoffie, droge soepmengsels, melkpoeder, meel, gedroogd bakpoeder. In catcrackers van olieraffinaderijen wordt voor honderden miljoenen per jaar door de grote oliemaatschappijen teruggewonnen door zijn vangers die hij door de jaren heen voor alle soorten van industrie geschikt maakte. Daarbij komt dan nog dat zijn uitvinding zo kon worden gemaakt dat stoffen konden worden gescheiden in grovere delen en heel fijne tot een micron. Meer hierover elders. In 1928 plaatsing van eerste stofvangers in Amsterdamse stadsreiniging. 4-’30 verhuizing naar de Postlaan 26 in Heemstede waar H.v.T. met één secretaresse zijn uitvindingenbureau begint. Proeven in schuur en badkamer. 1932 Het begint te lopen in Nederland, Duitsland en België. Mijnen en centrales bestellen stofvangers. Büttner in Krefeld Uerdingen is de Duitse licentienemer. 13 okt. ’34 Verhuizing naar de Johannes Verhulstlaan 32 en 34 in Heemstede. Laboratorium in schuur, proefstand in aanbouw. Later aan de overkant van het water aan het eind van de Havenkade bij de Jong in loodsen. 1935 reis naar de goudmijnen van Kalgoorly achter Perth in Australië. De vangers voldeden niet in de goudindustrie maar na de aanpassing voor die speciale eisen wil men geen andere vangers meer. ’36 t/m ’39 reizen naar vele landen o.a. een aantal keren naar de V.S. waar ing. Franken van ’36 tot sept. ’39 de zaak vertegenwoordigt bij Buell, de Amerikaanse licentienemer.

In 1936, de eerste helft, liet mijn vader een vanger-vervanger bouwen voor een 8-cylinder Nash automobiel, met het doel hiermede proefnemingen te verrichten. Het ging om een nieuw middel te beproeven om benzine te besparen. Het was reeds lang bekend , dat de verschillende cilinders van meercilinder vergassermotoren een ongelijk mengsel verkrijgen, m.a.w. dat sommige cilinders een rijker mengsel krijgen dan het gemiddelde en andere een armer. Rest copie.

 

Het is moeilijk als een leek uitvindingen moet gaan beschrijven aan andere leken en met een korte aanduiding is het zelfs helemaal onbegonnen werk. Om althans iets te noemen haal ik iets aan uit een begroting van zijn naoorlogse filmplannen die ware expedities inhielden met een grote trailer van 13m. lengte getrokken door een tractor. Verder zou nog een combinatiewagen plus caravan meegaan en ongeveer 6 cameramannen, helpers en deskundigen of adviseurs. De kosten aan filmmateriaal zouden echter als 35% bedragen van de F. 100.000 die  mijn vader per jaar nodig dacht te hebben. Mijn vader wil echter tijdens deze filmexpedities zijn licentienemers bezoeken waar hij toch al een half jaar aan kwijt was en tegelijk proberen er nog meer bij te krijgen. Hij zal dan worden een handelsreiziger in:

 

Stofvangers, in vonkenvangers voor dieselmotoren, van een systeem van ontwatering der lage druk wielen van stoomturbines, in druppelvangers en gaswassers,in geluiddempers voor grote scheepsmotoren, in windzifters, in benzinevergassers en in centrale verwarmingsketels en economisers, een systeem van teerafscheiding uit hete gassen bijv. generatorgas en van gasgeneratoren voor antraciet.

 

De vooruitzichten voor het kantoor waren bij het uitbreken van de oorlog juist bijzonder goed en men wilde proberen om van week tot week voortgaande het fatale tijdstip van het massale ontslag telkens uit te stellen in de vurige hoop, dat in de periode van dit uitstel tevens de oplossing uit de nood komt, waardoor het ontslag geheel achterwege kan blijven (brief aan personeel van 31 mei 1940). Men was toen bezig met vonkenvangers en geluiddempers.

 

Aanhaling uit “Astrologie” wetenschappelijke techniek door Leo Knegt.

 

“Een zeer belangwekkende studie over het onderwerp “De grenzen of orbs der Aspecten” is van de hand van de heer H.van Tongeren in het astrologisch tijdschrift URANIA, in 1925 verschenen, want het vraagstuk der aspecten en der “orbs” wordt daarin wiskundig opgezet. Ik verwijs daarnaar, omdat het perspectief opent ten aanzien van allerlei vraagstukken, de werking der planeten betreffend.

 

In BEGINSELEN DER ASTROLOGIE van Ir.C.J.Snijders wordt mijn vader ook aangehaald.

 

Lees blz. 41 dan op 42 van hoofdstuk De Horoscoop:

De vraag rijst nu, wanneer een niet vol aspect toch nog voor een aspect geldt, m.a.w. welke afwijkingen en – geeft de sfeer, waarbinnen het aspect nog merkbaar is, die sfeer noemen wij de ORB (meervoud ORBS).

VAN TONGEREN (H. van Tongeren: “Over de wiskundige Behandeling van Horoscopen”. Urania 19, blz. 53, 86, 131 en 196 (1925).) heeft nu op grond van berekeningen, die hier te ver zouden voeren, uitgemaakt, dat men voor alle aspecten, met uitzondering van het parallelaspect, een orb van 15° mag aannemen, en wel 8° voor het toenemende en 7° voor het afnemende deel. Voor de declinatie der parallelaspecten geldt een veel kleinere orb, enz.

 

Mijn vader bestudeert in ’24 de godsdiensten en de wetenschap, de filosofie en de religie tegelijk en beleeft deze gebieden als nauw met elkaar verweven zijnde. Door de Astrologie komt hij tot Theosofie en komt daarna tot Sufisme.

 

De zaak breidt zich uit van 7 man in 1934 tot ongeveer 25 in ’36 en een 45 man in ’39. Met afwezigen zoals zieken meegeteld zullen het er nog wat meer geweest zijn. In een rapport over vonkenvangers voor dieselmotoren uit ’39 waar het gaat over het schip “De ORANJE” waar deze vangers en knaldempers volgens ontwerp van ir. H.v.T. geplaatst worden staat ook te lezen dat bepaalde ontwerpen voor verbeteringen aan vangers 6 jaar lang gelegen hadden zonder dat men experimenteel in die richting vorderingen gemaakt had. Men kwam er al die tijd niet aan toe de constructie aan speciale proefmodellen te onderzoeken. Dat gebeurt dan pas eind ’38 of ’39 door een opdracht voor de Oranje die heel snel gerealiseerd moet worden en aan welke zeer speciale eisen waren gesteld. Ook het lenen van een extra tekenaar van de Kennemer-machinefabriek duidt op veel te verrichten werk.

Het gezin verhuist op 1-6-1937 naar de Herfstlaan 20 in Heemstede. Dit huis met uitzicht op het bos Groenendaal, was een eigen ontwerp van H.v.T.. Mijn vader is het halve jaar op reis deze laatste jaren voor de oorlog. Licentienemers in Europa bezoeken kost twee maanden, een reis naar de V.S. waar hij de meeste grote industriesteden bezoekt en voordrachten houdt kost ook twee maanden. Het vier à vijf keer per jaar octrooien verdedigen in het buitenland maakt het halve jaar vol.

31 mei 1940. Men besluit ondanks het wegvallen van de gelden van veel licentienemers in de geallieerde landen de zaak voort te zetten maar steeds met korte tussenposen hierover zich beradende vanwege de slechte financiële toestand en de moeilijkheden met de bezetter. Iedereen realiseerde zich dat degenen die het op kantoor en op de proefstand werkten bij sluiting naar Duitsland zouden moeten om daar in de fabrieken te werken met alle kans op bombardementen enz.

Op 7 sept. ’44 in de tijd van de “Dolle Dinsdag” toen iedereen dacht dat de oorlog voor ons wel gauw voorbij zou zijn, deden de Duitsers een inval in ons huis. De buurhuizen waren al voor Duitse officieren gevorderd. Men onderzocht direct het huis en vond een radio waarmee mijn vader altijd naar de BBC luisterde en papieren door hem gestencild voor de ondergrondse. Bovendien zien ze in boeken over de vrijmetselarij het portret van mijn grootvader, die als grootmeester van de door de Duitsers verboden Vrijmetselaars in maart ’41 naar het concentratiekamp Sachsenhausen gezonden was om daar al gauw te sterven. Mijn moeder wordt gedwongen mijn vader die op het kantoor is te bellen en hem te zeggen dat hij thuis moet komen. Op het kantoor was net iemand van de verzetsgroep “2000” die geleid werd door een zuster van mijn vader, Jacoba, en deze raadt mijn vader met hem mee te gaan en onder te duiken. Hij is echter bang dat mijn moeder verhoord zal worden en meldt zich al gauw vooral als hij hoort hoe dodelijk nerveus mijn moeder is. We eten nog een keer allen samen, onder bewaking van ik dacht een Hollandse agent waarna het hele gezin behalve mijn vader naar een slaapkamer moeten. Later arriveert dan de Grüne Polizei (zover ik mij dat kan herinneren van wat later gezegd is) uit Amsterdam, gewaarschuwd door de invallers van die middag. Mijn vader stond op een oude lijst van oudste zoons van reeds eerder opgepakte belangrijke mensen. Als Barbie toen net in Amsterdam was en op het hoofdkwartier van de S.D. hoorde van de naam van mijn vader en wat ze gevonden hadden dan is het zeer waarschijnlijk dat hij zelf  wilde gaan verhoren ook omdat hij mijn vader al eerder in ’41 ontmoet had toen hij mijn grootmoeder begeleidde toen deze mijn grootvader in de gevangenis ging spreken. Bij die gelegenheid zal mijn vader zijn minachting waarschijnlijk getoond hebben toen men zijn moeder een stoel weigerde. Laat in de avond wordt mijn vader weggevoerd en door een long en door de hals geschoten., waarschijnlijk nadat ze gemerkt hadden dat ze uit hem nooit de naam van een verzetsman zouden horen. Nadat hij tot een uur of 4 à 5 in de ochtend bij een erge storm in de Hout gelegen heeft vindt een agent hem welke het E.G. waarschuwt waar mijn vader in de vroege ochtend van 9 september sterft nadat hij mijn moeder en iemand van het kantoor nog gesproken heeft. Hij was totaal verlamd door het nekschot maar kon wel spreken.

Het kantoor blijft bestaan tot dec. ’68 maar de leiding is slecht, de sfeer van één grote familie is weg, de samenwerking in de leiding loopt moeilijk, men experimenteert met verkeerde richting en kan weinig uitrichten tegen een grote Amerikaanse maatschappij die Buell overneemt en onnette dingen uithaat. De Kennemer machinefabriek neemt de zaak over en verkoopt de zaak in ’74 weer door aan een Engelse maatschappij.

 

Op het moment van verkoop heeft de zaak al 7 jaar met verlies gewerkt en de één na de ander verdween uit zichzelf of door gedwongen ontslag. Hoewel er nog een mooie proefstand gebouwd is aan de andere kant van de haven, werkten er na de oorlog lang niet zoveel mensen op het bureau als voor de oorlog.

            Het is jammer dat een zaak die zich zo intensief met het milieu bezighield en met het terugwinnen van stoffen die vroeger verloren gingen, juist in deze tijd moest verdwijnen en dat terwijl mijn vader nog zoveel had willen doen. Maar toen de uitvinder, de drijvende enthousiaste bezielende kern van de zaak er niet meer was werd het freewheelen op zijn uitvindingen, zoals één van de commissarissen van de zaak later zei. Over de patenten wordt maar 15 jaar rechten betaald waarna de inkomsten daaruit ophouden, behalve voor de zaak die de uitvindingen produceert en de fabrieken die ze toepassen, welke er soms enorme sommen mee verdienen, zoals de olie industrie. De eerste 15 jaar zijn altijd de moeilijkste, er moet eerst nog bekendheid aan een uitvinding gegeven worden, er moet veel gereisd worden en  nieuwe onderzoeken slokken steeds weer het geld op wat er binnenkomt. Ik heb ook meermalen gehoord dat mijn vader vaak bezig was met zaken waarvan hij wist dat ze pas veel later wat op zouden brengen, omdat er in die tijd nog geen belangstelling voor was. Als idealist vond hij het ook waarschijnlijk net zo belangrijk dat hij maar een fractie ontving van wat anderen dankzij hem meer verdienden, als hij zijn toekomstplannen voor na de oorlog maar kon verwezenlijken.

            Hij wilde zijn docufilm, (zijn film en filmapparatuurverhuur) bedrijf voortzetten en de afdeling land en volkenkundige eb dieren films hiervan uitbreiden met zelf te maken films tijdens filmexpedities. Hieraan zouden 6 tot 8 man meedoen. Men zou leven en werken in een trailer van 13 m., getrokken door een soort tractorauto en in een caravan, getrokken door een combinatie wagen waar allerlei apparatuur in kon plus een man of 6.

            Gedurende ’42, ’43 en ’44 werkte hij gedurende al zijn vrije tijd aan deze toekomstplannen. Naast alle tekeningen van het rollend materiaal (de trailer van 13 m. was een eigen ontwerp en iets nieuws voor die tijd), berekeningen,begrotingen wat betreft de vervoermiddelen, brandstof, afschrijvingen, filmmateriaal, personeel enz. schreef hij bespiegelingen over het filmen zelf en plande al een grote tocht door Scandinavië tot op de dag. Onderweg wilde hij zijn licentienemers opzoeken of liever ontvangen en er nieuwe zien bij te krijgen om de hoge kosten van deze filmexpedities te dekken.

            In de oorlog kon hij ook aan die onderzoekingenniet verder werken, die de Duitsers voordeel zouden kunnen doen, zoals benzine verstuiver – vergasser – waar hij in ’39 en begin ’40 mee bezig was en waar hij dacht 10% aan benzineverbruik te kunnen besparen.

 

Het is jammer dat iemand, die zo vaak schreef, dat hij vele levens zou moeten hebben om alles te realiseren, wat hij aan idealen in zich droeg, zo jong moest omkomen. Hij had eigenlijk nooit een echte vakantie kunnen genieten, omdat hij onmisbaar was voor de zaak en zou nu tijdens deze filmexpedities al filmend in de natuur, waar hij zo enorm van kon genieten, dit verlangen van dat andere deel van hemzelf, wat te kort gekomen was, kunnen bevredigen.

            Maar het moest anders gaan, al begrijpen wij het niet. Natuurlijk geldt dat ook voor het lot van vele anderen. Aan de hand van brieffragmenten, meest uit zijn studententijd, hen ik echter aan willen tonen, hoe een geestelijk intensief levend mens hij was, die alles wilde doorgronden en kennen, niet alleen de techniek. Hij zag alles als een eenheid, hij zag het goddelijke in alles. Dat hij bij de confrontatie met deze tegenpool Barbie de vreselijkste en eenzaamste uren van zijn leven heeft doorgemaakt, door het beleven en het ondergaan van het kwaad, zoals hij zich waarschijnlijk nooit helemaal had voorgesteld en door het besef, dat hij nooit meer zijn toekomstplannen zou kunnen realiseren, dat is zeker.

Men wil altijd de zin van een gebeurtenis begrijpen. Niets kan toeval zijn in deze wereld die toch geschapen moet zijn door een goddelijke intelligentie, maar begrijpen kunnen we vaak niet.

 

 

 

De Van Tongeren Cycloon uitvinding (klik hier om de Buell brochure te openen  (pdf formaat))

 

brochure 8 cyclone

Van Tongeren CYCLOON

 

De Buell engineering company, New York, USA

 

 

In Noord-, Midden- en Zuid-Amerika produceerde de Buell Engineering Com­pany, Inc. (70 Pine Street, New York, USA) mijn vaders uitvindingen in licen­tie. In het tijdschrift van Buell waar de uitvindingen van mijn vader beschreven worden of eerder nog de toepassingen, leest men:

 

De belangrijkste (geniaalste) van de kleine groep van ingenieurs die hun genie hebben aangewend ten bate van de problemen van stofscheiding ­en weer opvanging is Hermannus van Tongeren uit Heemstede, Holland.

 

Hij was een pionier met een uitvinding van niet te berekenen economische belangrijkheid. Hij was het die het geheim van het maken van het cycloontype stofscheider zocht en ontdekte en tot een efficiënte uitvinding maakte. Hij was het die de eenvoudige cycloon met hoge efficiëntie op nuttige wijze beschikbaar maakte voor het opvangen van zowel ultrafijne stof­soorten als voor grovere delen.

Deze catalogus houdt zich bezig met de commerciële toepassingen van zijn geïnspireerde uitvindingen.

 

Wat ook vermeld moet worden is dat het ongelukkig voor de wereld is dat Hermannus van Tongeren behoorde tot die moedige groep van trouwe Hollan­ders wier leven werden geofferd gedurende de donkere jaren van Hitler’s bezetting van Nederland.

 

Gelukkig is dat zijn werkwijze, waarin hij pionier was, voortgezet wordt door de ingenieurs en wetenschapsmensen waar hij mee werkte in Amerika en Holland met de stuwkracht van vele jaren van specialisatie.

 

Voordat we een beschrijving geven van de werking van een van Tongeren Systeem Cycloon kan het goed zijn de principes en de praktijk uiteen te zetten van de Buell (werktuigbouwkundige) Machinebouwkundige Maatschappij.

 

  1. Deze Maatschappij is voor 100% gewijd aan werktuigbouwkundige doelmatigheid in het opvangen van stof. Dit is en was onze enige doelstelling ge­durende alle jaren van onze geschiedenis als zaak. Stofvangers zijn ons enige product, ons enige belang.
  2. Gebaseerd op diepgaande onderzoeksgegevens, laboratorium studies en we­reldwijde bestudering van het functioneren van eigen en andere types van stofvangende uitrusting, geloven we de mogelijkheden en de gren­zen van verschillende uitvindingen te kennen. Hierdoor kunnen wij be­voegde aanbevelingen doen.
  3. De wijze van stofdeeltjes vangen die meegevoerd worden door een lucht- ,  gas- of stoom(damp)stroom is er een waarin de mate van succesvolle resultaten direct afhangt van de werktuigbouwkundige verantwoordelijk­heid van de maatschappij waar het probleem aan toevertrouwd is.
  4. De Buell onderneming (is er één die) berust op het verkopen van uitvoe­ringen die bevredigend zullen zijn nadat de installatie in dienst geno­men is. Als, naar onze ervaringsrijke mening, een Buell van Tongeren Systeem de grenslijn van twijfelachtige efficiency zou naderen onder de werkomstandigheden die er aan worden gesteld, dan zouden we weige­ren deze installatie aan te bevelen. Dat we ieder probleem van stofscheiding benaderen met een uitgespro­ken gevoel van verantwoordelijkheid is een algemeen bekende zaak in werktuigbouwkundige kringen geworden.

 

Verderop bij een uitleg van de van Tongeren Cycloon:

 

  • Wat is het … WAAROM IS HET UNIEK ?

 

De van Tongeren Cycloon is niet een gewone cycloon. De belangrijkste oorzaak van het functioneren ervan is een ontwerppatent, de "Shave-off", welke het onderscheidt van het werkingsveld van iedere gewone cycloon eenheid en het tot een klasse apart maakt. De van Tongeren Cyclone die alleen of als een veelvoudige cycloon eenheid wordt geïnstalleerd bereikt de top van praktische doelmatigheid, in de doeltreffendheid van het weer opvangen, in de zuinigheid van zijn installatie en in de toepasbaarheid bij alle vormen van industriële stofterugwinning.

 

 Dan volgt een beschrijving van de fundamentele vereisten van efficiëntie die de van Tongeren Cycloon belichaamt door een aantal factoren in zijn ontwerp. Hiervan zal ik slechts een punt van de zes noemen omdat het anders toch te ver voert.

 

Het is ontworpen en in die dimensies uitgevoerd om de werveling van de tegenstromen in de lucht te vermijden, daar deze tegenstromen een toestand veroorzaakten die echte efficiënte scheiding tegenhield.

 

 

Na deze 6 punten gaat het verder over mijn vaders vinding:

 

Al dit is mogelijk geworden door een van Tongeren uitvinding die voor de eerste en enige keer de "dubbel ronddraaiende" belagende stroming af­schermde die een onvermijdelijke karakteristiek was van een gewone cycloon.

 

DE DUBBEL RONDDRAAIENDE WERVEL STROOM, NORMAAL EEN SPELBREKER (bederver).

 

Het bestaan in alle conventionele cycloontype vangers van een verstoren de tweede gas beweging bekend als de dubbele ronddraaiende wervel stroming is buiten iedere twijfel bewezen. Het is het eerst door van Tongeren waarge­nomen dat dit de oorzaak is van het ontsnappen van stof, vooral in de lagere micron omvang. Het dubbele ronddraaiende effect komt steeds daar voor waar een stroom van zijn rechte pad wordt gebogen.

Dan volgt een uitleg hoe van Tongeren het systeem weet om te buigen tot een positief voordeel.

 

In de zware chemische industrie wordt mijn vaders uitvinding overal toegepast. Twee grote taken voor de Buell stofopvang systemen bij de ver­vaardiging van chemicaliën zijn de terugwinning van waardevolle materia­len die anders verloren waren gegaan in de vorm van fijne stof en in het schoonmaken van gassen waarin het meegevoerde stof anders misschien het eindproduct verontreinigd (bezoedeld, aangetast) had.

 

Opmerking van mij: De Buell Company heeft het nergens over het verstrek­kende gevolg voor het milieu van mijn vaders vinding. Alle nu weer te­ruggewonnen stof (bijv. goudstof, zilverstof, koper, aluminium, teer, enz.) zou anders het milieu vervuilen en zelfs het klimaat beïnvloeden. Dat dit nog wel gebeuren kan komt doordat de eisen die aan fabrieken gesteld worden nog altijd niet streng genoeg zijn waardoor veel groter schade aan de flora, fauna en de mens wordt toegebracht dan anders het geval zou zijn. Een ding is ook zeker, als mijn vader nog geleefd had dan zou hij zich voor 1000% op het probleem van de zure regen geworpen hebben gedreven door zijn liefde voor de mens en de natuur.

 

Buell's stofvangsystemen worden gewoonlijk geïnstalleerd in roosters (branders), drogers, ovens en dergelijke proces uitrusting om het verlies aan waardevolle materialen te voorkomen. Als een voorbeeld, in de vervaardiging van Aluminium Oxide uit bauxiet toont Buell’s stof (weer) opvangsysteem, werkende met ronddraaiende ovens een hoge doeltreffendheid in het verza­melen van droge stof met een minimum verlies in druk.

Aan de andere kant worden in het kamerproces bij de fabricage van zwavel­zuur waar ertsen worden verbrand voor de productie van zwaveldioxide gas Buell's stofvangers effectief toegepast om het vliegas uit de gasstroom te verwijderen waardoor (beide) de katalysator beschermt en het eindproduct niet aangetast wordt.

In andere voorbeelden worden Buell stofvangsystemen geïnstalleerd om het samenklonteren van verdichtingmiddelen bij zekere processen te verhinderen. In de hele chemische industrie worden stofscheiding en terugvangst problemen op succesvolle manier opgelost door een­voudige praktische Buell uitrusting (zie foto van van Tongeren Cycloon). Ik moet hier even kwijt dat een tijd na de oorlog toen mijn vader er dus niet meer was en Buell een andere directeur had, men de door mijn vader uitgevonden en overal gebruikte van Tongeren vangers kortweg Buell vangers ging noemen hierin geholpen door een slappe niet door mijn vader benoemde opvolger van zijn Bureau voor toegepaste Aerodynamica. De contracten met grote  maatschappijen (Buell behoorde aan Gold-fields, althans na de oorlog) moeten wel uitermate goed in elkaar zitten en zo is het ook met patenten. Geld om met grote maatschappijen te procederen en dit dan ook tot het bittere einde vol te houden had de zaak niet en dat weten deze grote maatschappijen natuurlijk best. In een proces kan de zaak door allerlei trucks eindeloos gerekt worden wat onnoemelijk veel gaat kosten. Mijn vader moest al 4 à 5 keer per jaar naar Duitsland om octrooien te verdedigen. Zo ging het een tijd na de oorlog in Japan ook mis waar toch niets aan te doen was vanwege de hoge kosten. Zolang mijn vader er nog was die voortdurend aan nieuwe uitvindingen bezig was, was dit wat an­ders. Een aantal licentienemers waren persoonlijke vrienden geworden en men zou zichzelf benadelen als hij door onnet gedrag naar een andere li­centienemer zou gaan met nieuwe vindingen. Na de oorlog is het met de zaak bergafwaarts gegaan en na 7 jaren van verlies lijden werd de zaak in 1974 aan de Kennemer Machinefabriek in Beverwijk, de licentienemer in Nederland, verkocht en later doorverkocht aan een Engelse maatschappij. On­dertussen was er toen het in de V.S. in en ook nog een tijd na de oorlog geblokkeerde geld loskwam nog wel een grote proefstand gebouwd aan de oostkant van de haven (nu Andrée de la Porte).

Verder met Buell's catalogus met uitleg van toepassingen van mijn vaders vangers en afscheiders.

 

Het (scheiden) DROGEN VAN VOEDINGSWAREN EN DRUGS

 

Het scheiden in eenheden van verschillende soortelijke gewichten van voedingsstoffen en drugs.

Onder de producten die nu weer opgevangen worden:

poederkoffie, DROGE SOEP MENGSELS, MELKPOEDER, MEEL, GEDROOGD BAKPOEDER

 

De doeltreffendheid van het stofvangsysteem is van 't opperste belang. De Buell van Tongeren Cycloon is daarom een uitrusting die van een bre­de verstrekkende toepasbaarheid is in verband met de droog- en scheidingsapparatuur (uitrusting).

 

De hoofdtoepassing is met sproeidrogers waar verliezen door niet meer vast te houden poeders tot 30 % kunnen oplopen. Buell's efficiëntie brengt dit potentiële verlies omlaag tot een feitelijke 0 %.

Buell uitrusting kan ook gebruikt worden met roterende drogers. Stof­verlies van drumdrogers kan ook weer met Buell vangers opgevangen wor­den door het installeren van kappen.

 

Vangers voor PETROLEUM RAFFINADERIJEN VOOR HET TERUGWINNEN VAN KATALYSATOREN.

 

Het moderne katalysator - kraakproces voor de productie van hoogoc­taan benzine en andere petroleumbrandstoffen behoeft een uitrusting met de Buell van Tongeren Cycloon, welke ideaal geschikt is voor de scheiding van de katalysator materialen uit de dampstroom. Ervaring bij de "cat-cracker" bedrijven heeft de mening van de ingenieurs bevestigd dat de hoge efficiëntie Buell van Tongeren Cycloon de benodigde kwaliteiten heeft die het in staat stelt succesvol en onon­derbroken te functioneren onder de werkomstandigheden die zich voordoen.

Het fijn gepoederde katalysatormateriaal of het nu natuurlijk of synthetisch is, wordt effectief gescheiden in de Reactor en Regenera­tor door de Buell van Tongeren Cyclonen die speciaal zo opgesteld kun­nen worden om te voldoen aan de vereisten en afmetingen van de appara­tuur waarin ze geïnstalleerd moeten worden.

Op gelijke wijze wordt een twee fase tandem opstelling toegepast voor de meeste van de recente installaties voor de verwezenlijking van de aller fijnste scheidingsefficiëntie, wanneer er gewerkt wordt met materialen van de verfijning zoals die hier gevonden worden.

In de toepassing van Cycloon vangers in het kraakproces bij de productie van hoog octaan gehalte benzine hebben de grote doorsnede van Buell van Tongeren eenheden de gebruikelijke praktische doel­einden gediend. Er is een opvallende afwezigheid van erosie en van ie­dere aanwijzing van samenklontering. Buell's lange ongebroken wedloop op die terreinen waar het terugwinnen van katalysatoren van zo'n vi­taal belang is, hebben het "waarom” gedemonstreerd van de voorkeur die zij in de praktijk geniet.

 

De productie op grote schaal van "cat-cracking" eenheden gedurende een relatief korte tijdsspanne heeft het beste van Buell’s teken- en ingenieursbekwaamheid in de ontwikkeling van katalysatoren terugwinningsystemen voortgebracht. Een constante en gevarieerde werkervaring door het gehele scala van industriële stofvangst heeft de Buell organisatie levend gehouden voor nieuwe toepassingen van de Buell uitrusting waarvan de minste zeker niet de van Tongeren Cyclonen in ’t hoogoctaan kraken is.

 

Vervolg BUELL PROSPECTUS

 

Hier gaat het over THERMOFOR CATALYTIC CRACKING

 

Werkende met kleine balletjes van klei of kraalvormige synthetisch kata­lysator, circulerende door middel van mechanische middelen, is het ther­mofoorproces ook weer een proces waarin het Buell (verzamel) opvangsys­teem een betrouwbare en efficiënte eenheid in de procesuitrusting vormt. Een zekere hoeveelheid fijn verdeeld poeder wordt gevormd door de wrij­ving veroorzaakt door de voortdurende beweging van de katalysatorbolle­tjes. Dit fijne poeder wordt meegevoerd door de verbrandingsgassen van de generatoroven.

Om te voorkomen dat er geen uitstoting volgt van het fijne poedermateri­aal in de omgevende atmosfeer is het Buell katalysator herwinningsysteem geïnstalleerd in de vliegas uitlaat van de regenerator. Dit verzekert het opvangen van de poederkatalysator voordat het vliegas in de buiten atmosfeer wordt uitgestoten.

Enige van de belangrijkste (prominente) olieraffinaderijen die de Buell van Tongeren katalysatorvanger op vloeibare katalysator kraaksystemen gebruiken:

 

CITIES SERVICE REFINING CORP. THE TEXAS (OIL) COMPANY

SHELL OIL COMPANY

GULF OIL CORPORATION

STANDARD OIL COMPANY OF INDIANA

STANDARD OIL COMPANY OF NEW JERSEY SINCLAIR REFINING COMPANY

OHIO OIL COMPANY INC.

 

tot zo ver Buell's prospectus.

 

Buell schijnt later door Ducon overgenomen te zijn.

Papa bezocht in de U.S.A. New-York, Philadelphia, Boston, Albany, Buffalo,  Pittsburgh, Detroit, Milwauki, Chicago, St. Louis, Louisville, Cincinnati, Atlanta.

In genummerde en gedateerde nota's uit de oorlogsjaren zou men kunnen afleiden waarmee men toen bezig was. Ik heb er slechts een klein aantal:

 

  • De mysterieuze rol van de uittreedschoepen in Stofvangers (28-1-’44)
  • De Schoorsteenvanger zifter in een constructie (die slechts de en­kelvoudige weerstand heeft en praktisch niet veel meer kost dan een gewone schoorsteenvanger van het hoogwaardige type en die toch tegelijkertijd zifter en vanger is. Deze combinatie gaf de helft aan weerstand, aan kosten en aan plaatsruimte (7-2-'44)
  • Turf cokes voor generatoren (19-4-’44)
  • Een proefcycloon met variabele f/d verhouding waarmede men van te voren aan de hand van stofmonsters de vangstcijfers kon voorspellen (27-3-’44)
  • Stuk over Multivangers van Centrale Noord in Amsterdam (2-2-’44)
  • De Aerodyne windzifter over het steeds verbeteren van de vangers om hogere vangstcijfers te krijgen (2-2-’44)
  • Over de wenselijkheid om proeven met schuim in druppelvangers te doen. Werk inzake schoorsteenvangers met tangentiële toelaat. Er werd teruggegrepen op een oude gedachte van 8 jaar eerder de z.g.  droog natte vanger. Sommige vangers waren te duur voor be­paalde doeleinden en weer niet goed genoeg voor andere. Voor vele verschillende industrieën met zeer verschillende eisen moesten steeds weer aanpassingen uitgedokterd worden (3-’44)
  • Afspui generatoren (7-3-'44)
  • Verder 19 rapporten over geluidsproeven van 8-2-'40 tot 5-7-'40
  • Over de Ziftspleet van de zifters in stuk over Symposium over Mo­delproeven en Kengrootheden op Stromingsgebied gehouden op 28-4-‘44 te Delft.

 

 

 

 

 Over Geo, de broer van Riet

 

 

In  april 1971 komt Riet’s broer Geo van Vancouver Island in Canada naar Nederland. Hij vertelt  over Dolf, Riet’s oudste geniale broer, die de enige correspondent voor het oosten was voor de Agence France Presse en overal  gratis heen kon reizen en verdiende 2 x zoveel als van Mook die hij bij zijn voornaam noemde. Dolf studeerde Chinees aan de Sorbonne en Sanskriet, Portugees, Spaans,  Italiaans en vertaalde in Indië in no time prachtige Maleise gedichten. Hij was  een heel  bekende vertaler van gedichten . Het nieuws van Alliance France Press, wat op een heel hoog peil stond, ging naar alle werelddelen. Ik schrijf dit alles om ook iets anders te melden wat Geo uiterst kwalijk van hem vond. Hij had syfilus en heeft vele inlandse vrouwen waarschijnlijk daarmee besmet. Geo zou zo iets nooit doen. Hij heeft drie jaar lang in Indië ,toen hij al getrouwd was, geen vrouw gehad hoewel wel de gelegenheid had.  Een heel knappe vrouw met een mooi figuur vergaf het hem nooit dat hij niet op haar avances inging. Ik herken hier in veel van mijzelf hoewel bij mij een grote verlegenheid  de oorzaak  is.

Maar nu kom ik op een gelegenheid toen Geo ons op de zuid boulevard in Zandvoort op koffie trakteerde en het gesprek op papa komt. Het greep me erg aan, dat doet het altijd, als ik hoor over zijn dood en die laatste dagen. Ik wou dat ik hier precies Geo’s eigen woorden kon weergeven. Papa heeft een diepe indruk op hem gemaakt. Hij had grote bewondering voor papa’s enorme veelzijdigheid. Papa had een keer 2 uur lang met  hem, Geo, gesproken en de vanzelfsprekendheid, het volkomen je als een gelijke behandelen terwijl jij nog maar een snotaapje was, had hem zo bijzonder getroffen. Zo deed hij met alle mensen. Hij bracht altijd het beste in iemand naar boven, beschouwde niemand naar wat hij in de maatschappij gepresteerd had maar wat hij als mens was. Hij was altijd volkomen zichzelf. Hij had het ook gehad over zijn plannen ons na de oorlog met de door hem ontworpen grote caravan te gaan trekken en bood Geo aan dan voor de ravitaillering te zorgen met alles wat nodig was. Geo vond het ongelofelijk dat hij, nog een broekie, zoiets aangeboden werd.

Mama was tegen het plan en mensen op het kantoor ook maar Geo zei dat als papa iets overdacht had het besluit dan zou uitvoeren en doorzetten omdat hij dat juist vond. Hij had hem voorgerekend dat hij uit Amerika een 400 à 500.00 verwachtte na de oorlog ( dit is uitgekomen). Hij wilde films maken  (zoals later Walt Disney deed) en ook de historische plaatsen bezoeken waar de geallieerden geland waren, en dergelijke. Later zou hij in de middag bij papa komen. Mama zei tegen Geo: Herman ligt op het balkon. Hij liep door en vond papa in Adams kostuum. Papa schrok in het geheel niet, bleef volkomen zichzelf, trok alleen een broekje aan. Hier had Geo zo’n bewondering voor. Hij had het helemaal niet nodig een houding aan te nemen . Hij zou hem nooit in zijn leven vergeten en had vele mensen ontmoet die indruk op hem maakten maar nooit iemand als papa. Als hij in moeilijkheden zat en somber was dan dacht hij vaak ineens aan papa en dan schold  hij zichzelf uit: “wat ben jij nou voor een vent”.

 

Papa had hem gevraagd  een stuk te stencilen over wat hij over de radio gehoord had van de BBC. Het ging over de houding die de geallieerden na de oorlog tegenover Duitsland moesten aannemen. Ze moesten niet dezelfde fout maken als na de eerste wereldoorlog. Papa wou dat stuk verspreiden. Er stond niets in tegen Duitsland maar het kwam van de BBC. Papa nam hem mee naar zijn werkkamer en legde het pak stencils neer. De radio stond er ook. Geo wist uit dingen die hij later van oom Menne hoorde dat toen de Duitsers enige weken later ons huis binnen vielen die stapels stencils er nog net zo lagen. Hij had natuurlijk aangenomen dat papa ze zou wegbrengen. Geo zegt dat na de enorme voortgang van de Amerikanen en dolle dinsdag ze weg vluchtten en later terug keerden. Ze annexeerden toen het huis van Schuurman, van Bloemendaal, Mulder, de Vries en het huis van ons. Toen vonden ze de papieren en de radio en het portret van opa van Tongeren, de  leider der verboden vrijmetselaars loge. Geo zei dat hij later hoorde dat papa verteld was dat zijn vrouw en de kinderen als gijzelaars zouden dienen. Papa voelde toen dat hij geen risico kon nemen en terug moest keren. Ik heb hem toen nog ontmoet bij het Wipperplein in Heemstede waarbij hij me zei, wat Geo nu ook zei, dat hij naar de achterburen de Pentermannen zou gaan. Toen hij daar hoorde hoe nerveus mama was, wat Jet Bloemendaal kwam zeggen, ging hij naar ons huis. Hij heeft toen bij zichzelf gedacht “dit is het” en maakte zich totaal geen illusies. Hij was volkomen rustig maar wist wat hem wachtte. Geo sprak zijn enorme bewondering  hiervoor uit.  Voor dat de Duitsers papa’s werkkamer verlieten lichtten ze even de gestencilde papieren op en vroegen “wat is dit?“ Papa wilde niets zeggen. Geo zegt dat hij en vele anderen natuurlijk in gevaar waren. De Duitsers en vooral de SS stonden in die dagen voor niets. In de avond, ik geloof zelf om ongeveer kwart over 11 of half 12, reden de Duitsers weg met papa. Ikzelf weet dat dat Barbie en twee andere bekende nazi’s waren. Het was een hele woeste nacht zei Geo. Een vreselijk storm. Bomen in den Hout werden ontworteld en omgegooid. Het was de ergste storm van de eeuw las ik later in de krant waar in alle stormen met de gemeten windsnelheden erbij vermeld stonden. De nazi’s stopten de auto in de Hout en schoten  mijn vader 3 of 4 maal in de rug zegt Geo. Ik dacht in de nek. Ze dachten dat hij dood was of hoogstens nog 5 a 10 minuten zou leven. Ik heb het anders gehoord. Hij was tot de schouders verlamd. Geo heeft gehoord dat een agent in de woedende storm zijn kreten om hulp hoorde. Ik geloof dat hij pas om een uur of 5 in de morgen gevonden is. Hij kon zich niet bewegen en moet wel veel bloed verloren hebben.

Geo zei dat er voor de doctoren in het ziekenhuis een groot risico was. Als papa nog leefde dan kon hij nog zeggen wie het gedaan hadden. Volgens Geo was het in die tijd heel gevaarlijk in zo’n geval hulp te verlenen. Ze hebben nog geprobeerd de beste specialist op dit gebied uit Amsterdam er bij te halen maar dat lukte niet meer.

Riet zei nog eens dat ze met een werkster  stond te praten in het ziekenhuis en dat ze het over de oorlog hadden. De werkster zei toen dat een  gebeurtenis in de oorlog op haar een onvergetelijke indruk had gemaakt en dat was toen iemand op een draagbaar binnen gebracht werd tijdens een vroege wacht. Ze zou het gezicht van die man nooit meer vergeten, het was zo bijzonder geweest. Ik krijg iedere keer een brok in mijn keel als ik dat hoor. Het is erg dat ik met mijn vader nog geen contact heb kunnen maken en er misschien nog lang niet aan toe ben dat te kunnen. Hij staat ver boven mij in zijn mens zijn en misschien stelde ik hem teleur. Geo had het later nog over de bijzondere sfeer in ons oude huis. Het was heel modern en overal licht, voor die tijd heel apart. Dan de mooie tuin en prachtige uitzicht.

Later  werd de sfeer in mama’s huis aan de Johan Wagenaarlaan 11 somber, er heerste een drukkende sfeer die op ons allen inwerkte. Maar papa had zo’n machtige invloed op zijn omgeving dat hij iedereen mee omhoog voerde en het beste in hem daarmee uitkwam. Hij zou nooit laten blijken dat hij iemand niet interessant vond of minder dan hijzelf. Iedereen behandelde hij als  gelijkwaardig, op iedereen maakte hij  een geweldige indruk. Geo vertelde nog van een bakkersvrouw die tegenover de Kann’s woonde. Ze had hem verteld dat ze toen ze het hoorde van papa’s dood het verschrikkelijk vond en het niet kon geloven. Ze had papa nooit gesproken maar hem  alleen maar vaak langs zien fietsen en dan had ze steeds gedacht: “wat moet dat een bijzonder mens zijn. Papa kwam daar twee keer per dag langs fietsen op weg naar en van zijn kantoor.  Geo zei ook dat papa zijn ego niet wilde doen gelden. Hij liet ook geen foto’s van zich maken of zo. Dit heb ik altijd heel jammer gevonden. Toen hij gestorven was kregen we, Geo dacht uit Praag, van iemand die mooie foto’s van papa die gemaakt waren tijdens een gesprek . Ik geloof dat dat hele kleine contact afdrukken waren, niet met een gewone camera. Geo zegt nog: we hebben ons wel vaker afgevraagd  hoe je moeder en vader bij elkaar pasten maar dat was geen probleem. Je vader trok iedereen mee. Hij voelde wel dat mama altijd tegen papa geleund had en dat ze later niets meer was. Ze twijfelde ook altijd aan anderen. Riet zei nog dat dokter Haghe tegen haar moeder gezegd had dat niet mama maar ik hem zorgen baarde omdat ik nog zo jong was en mama hoogstens nog tamelijk goed zou kunnen blijven.

Mama had Geo 19 jaar geleden, toen hij uit Indië kwam, gevraagd eens met mij te willen praten omdat ik problemen had. Het eeuwige twijfelen wat ik zou gaan doen, welke richting en de sombere sfeer in huis werkte funest zei Geo ook. Geo heeft mij indertijd geschreven en ik hem. Papa was altijd optimistisch en had idealen. Mama was vaak somber, vooral later. Joan en Herman Igor hadden wat Geo verteld had ook gehoord maar voor hen was het zoveel verder weg, een vader of grootvader is een heel verschil.

Ik moet nog zeggen dat ik Geo een uiterst sympathieke man vond met heel veel interesses vooral in geschiedenis. Hij is veel te bescheiden als hij zichzelf een snotneus noemt ten opzichte van papa. Hij had zijn zoontje Herman genoemd uit bewondering voor papa. Helaas stierf hij in Indië.

 

 

Over het overlijden van mijn moeder

 

 

Inge belde de 16e februari 1988, op mama’s verjaardag, dat ze waarschijnlijk stervende is. Ze waakt bij mama die 40 graden koorts heeft. Ze had al een maand flinke koorts gehad met 40 graden soms door griep en soms blaasontsteking. Haar verjaardag zou ook haar sterfdag worden.

Wij rijden naar Driebergen en zijn er om 12:20 uur en zullen er blijven tot ongeveer 23:30 uur.

Mama ligt op een apart kamertje dat een heer afgestaan heeft. Daar zitten we die dag, naar haar kijkend, bij haar bed staande of zacht pratend op  een stoel een stukje van haar voeteneinde.

Inge is er eerst nog  en gaat later slapen achter een gordijn. Ze had de hele nacht bij mama gewaakt. Mama’s ademhaling gaat vlug. Ze heeft de ogen dicht en we weten niet wat ze nog beseft.

We spreken meerdere malen met het vriendelijke oudje, dokter Teske, die in Duitsland in de oorlog veel meegemaakt heeft. Ze houdt erg van mama net als alle verpleegsters. Ze vond haar heel lief.

Ellen wordt meermalen gebeld maar Herbert wil haar niet laten gaan. Als ze eindelijk weg mag is het al te laat om mama nog levend te zien. Ze sterft om 18:32 uur. Mevrouw Driehuizen was er ook die middag. Om ongeveer 23:30 uur vertrekken  we.

Ik schrijf de 17e aan de preek die ik zal houden bij de begrafenis. Donderdag de 18e zoek ik de muziek uit en zal uiteindelijk muziek van Chopin, Mahler, Debussy en Liszt laten horen.

Zaterdag 20 februari gaan we eerst naar Driebergen waar Inge ochtends spreekt en muziek maakt. Ze is weer theatraal. Dan naar de  begraafplaats in Heemstede.

Op het moment dat mama overleed  vloog er een vlucht ganzen over en een roodborstje vloog met de dodenstoet mee tot de grote weg. Dat was een mooi teken wat ook dokter Teske opgevallen was en tante Bep Hilmer had ook de vlucht ganzen over zien vliegen.

We namen Mieki Hille Ris Lambers mee. Oom David (90) komt, tante Jopie van Tongeren, oom Herman zit in Zwitserland, Jan Verspoor, tante Bep Hilmer en de Peletiers behalve Bert. Het was jammer dat van de muziek het laatste nummer, de Syrinx van Debussy, prachtige, zuivere, glasheldere, helemaal niet sombere muziek, een  prachtig slot bij de troostrijke gedachte dat mama eindelijk in die andere wereld was binnen gekomen en door geliefden zou worden ontvangen en liefderijk verpleegd, getroost zou worden, niet te horen was door het gestommel van de mannen die de kist droegen.

Ik  las mijn preek op en was niet geëmotioneerd en blij dat er niet onverwacht iets door zou breken. We wisten al jaren dat dit op handen was en hadden het al veel eerder verwacht en mama toegewenst. Ik had in elk geval een groot medelijden met haar, hoeveel fouten ze ook in de opvoeding gemaakt had. Ze had een heel zwaar stil eenzaam lot gehad. Op haar 44e was ze heel zwaar getroffen door papa’s plotselinge dood en de laatste 20 jaar waren wel heel triest geweest.

 

We hoopten dat mama, nu ze overgegaan was, weer zou kunnen genieten van de natuur, van muziek en vooral het weer kunnen praten met papa. Zo stel ik het mij tenminste voor. Uit het boek van Seth heb ik begrepen dat iemand zich kan splitsen, vooral als hij geestelijk al verder geestelijk ontwikkeld is. Dat las ik ook in een boekje van de Ankertjes serie. Papa kan dus zich steeds verder ontwikkelen in rijken waar mama nog lang niet rijp voor is en tegelijk met haar bezig zijn in lagere gebieden van de geest. In elk geval zal ze nu makkelijker te bereiken zijn voor die vrienden die echt om haar gaven. Die zullen meer kunnen doen dan men hier op aarde voor haar kon doen. Hier leefde ze toch in een vreselijk isolement, dag na dag, week na week, maand na maand, jaren achtereen. Steeds stiller, tot ze nauwelijks iets meer zei als we op bezoek kwamen. Alles was te veel, vaak die wat starende blik en die hand die even als afscheidsgroet omhoog kwam.

Maar ik ga even terug. In de aula stond de muziek te laag. Bij het graf gekomen zag ik nu pas hoe diep het was. De steen was gelicht, het hele muurtje weg en alle struiken en planten verwijderd. Ik had me een diepe ontroering voorgesteld nu papa en mama daar bij elkaar lagen, maar het gaf allereerst rust, het idee dat dat lange wachten afgelopen was en ze weer bij elkaar waren maar dat meer in die geestelijke wereld. Papa zou zich verantwoordelijk voelen voor haar, voor wat er gebeurd was, voor die eenzaamheid  die ze had moeten doormaken, de helft van dat lange leven, de hulpeloosheid die ze steeds weer voelde zonder zijn nabijheid en kracht, zijn optimisme en klare ideeën over wat er gebeuren moest en wat de toekomst zou worden.

Ik  voelde dus geen grote emoties om dit einde van een tragisch leven voor de helft van die 88 jaren. Ze heeft natuurlijk  een tijdje kunnen genieten van haar kleinkinderen maar toen ze definitief weg moest uit huis en al eerder tijdens haar aanvallen van depressie en het horen van die verschrikkelijke stemmen die haar de meest naargeestelijke ideeën zoals zelfmoord opdrongen wat ze ook een keer in een vijver probeerde en het steeds weer heen en weer moeten naar tehuizen en inrichtingen zoals Bakkum, Nederveen, Zeist en Driebergen, meest in het voor- en najaar. Een professor in de psychiatrie, professor Kuiper, die dit zelf had meegemaakt beschreef het als een hel van gedachten die zo groot was dat men de andere hel van het elektro shocken er voor over had om van die dwangbeelden af te komen. En dat zegt wat. Als je de vreselijke schokken en verkrampingen ziet waarbij mensen steeds omhoog schieten als ze geshockt worden, hoe ze in hun banden heen en weer springen en verwoed bijten op iets wat ze tussen de tanden geklemd krijgen, dan is dat volkomen onmenselijk.

Je kunt jezelf  ook nooit  meer goed terugvinden na zulke shock therapieën . Mama heeft twee maal  een serie van, ik meen, 30 keer meegemaakt. Ze vond het vreselijk maar heeft ons er nooit veel over gezegd. Ergens voel je je een verrader dat je dat met je moeder liet gebeuren en het niet kon verhinderen en Riet en ik waren er ook tegen, maar de “deskundigen” raadden het aan hoewel men er later genuanceerder over dacht en het lange tijd weer verboden werd. Ik moet altijd aan de elektrische stoel denken, de ontzettende kracht waarmee iemand door de grote stroomstoot in de sterke banden omhoog schiet en zijn hart explodeert.

Nu daalde ze dan af in dat donkere gat waar papa’s lichaam al 44 jaar lag, vanaf september 1944, het laatste oorlogsjaar. Wat was de wereld veranderd in al die tientallen jaren, het was nauwelijks te bevatten.  Wat oorlogen, hongersnoden, veroveringen van de ruimte, vermeerdering van de industrie, auto’s, mensen, vernietiging van natuur wat papa probeerde te verminderen. Vroeger stond er in een straat soms 1 auto, nu voor ieder huis 1 of soms meer. De luchtvaart, het toerisme, het vernietigen van al het oude in zovele landen. Het lag oneindig ver uit elkaar, dat jaar 1944, toen Hitler nog leefde en Duitsland en Japan geheel op de knieën gedwongen werden, de twee landen die nu tot de meest welvarende gerekend worden. Zo kan ik verder mijmeren over al die jaren. Ik was toen nog een jochie van 11 jaar en ik ontmoette eind 1944 mijn aanstaande vrouw die toen 20 was toen we bij de architect Verspoor in huis voor een aantal maanden opgenomen werden.